Warning: Undefined array key "bio" in /home/techwatch/domains/test.bits-chips.nl/public_html/wp-content/plugins/wpcodebox2/src/Runner/QueryRunner.php(126) : eval()'d code on line 13
Author:
Reading time: 8 minutes
De laatste jaren springen detacheerders als paddenstoelen uit de grond in de markt voor embedded systemen. Door angst voor economische dieptepunten lijkt detacheren een makkelijke en veilige manier van werken. Het kersverse Wingz uit Eindhoven is van plan de uitzendbureaus het hoofd te bieden en stort zich op waar het gewoon heel veel lol aan beleeft: projecten. Wingz-oprichter Ron Niesten: ’Projecten gaan de markt bepalen.‘
Begin dit jaar kwam er een einde aan de samenwerking tussen de elektronica- en softwaregroep Emdes en het werktuigbouwkundebureau Systence. TNO had zijn embedded-systeemspecialisten al ondergebracht in een afzonderlijk competentiecentrum, voordat het de groep in 2005 helemaal van de hand deed. Deze afstoting was een gevolg van het advies van de commissie-Wijffels. TNO stond al jaren bloot aan de kritiek dat het met overheidsgeld het MKB beconcurreerde. Daarom vond Wijffels dat het kennisinstituut diensten moest afstoten die ook in de vrije markt verkrijgbaar waren. Voor de overname heeft TNO een aantal bedrijven bekeken, waarbij Emdes uiteindelijk als beste uit de bus kwam.
Ron Niesten, voorheen afdelingshoofd elektronicaontwikkelingen bij TNO, besloot na de mislukte samenwerking tussen Emdes en Systence om een zelfstandig bedrijf te beginnen. Een aantal Emdes-medewerkers wilde graag met hem mee. John Veeren, al meer dan vijftien jaar actief als ontwerper en producent van printplaten, voegde zich bij hem. Zo zag Wingz het licht in mei 2007. Niesten: ’We zijn de ideale combinatie en sluiten naadloos op elkaar aan.‘ Maar dat is niet het enige opmerkelijke aan Wingz. Veeren: ’Op de High Tech Campus zijn wij het eerste bedrijf, samen met Q-matrix en VEDS, dat geen link heeft of had met Philips.‘
Samenwerkingsballetje
Er is binnen korte tijd aardig wat heen en weer geschoven met de TNO-mensen van Emdes. Niesten vertelt hoe het in zijn werk ging: ’TNO wilde zijn embedded-specialisten niet helemaal kwijt. Daarom wilde TNO ons uitbesteden door de TNO-diensten bij een strategische partner onder te brengen.‘ Maar het management voelde er ook wel wat voor om het competentiecentrum als losse bv te lanceren. Dit was een spannende tijd voor de werknemers. Niesten: ’Uiteindelijk viel de keuze op outsourcen, omdat TNO dacht dat een eigen bv te wankel zou zijn om de concurrentiestrijd aan te kunnen met het midden- en kleinbedrijf.‘ Niesten verbergt eventueel ongenoegen daarover door zijn woorden voorzichtig te kiezen en weloverwogen te uiten: ’Eerst leek het management ons te steunen in het op gang brengen van een eigen bedrijf, maar toen koos het toch voor uitbesteding. Dat was erg jammer.‘
Met name omdat Niesten al de nodige tijd en moeite had gestoken in het op poten zetten van een eigen embedded-specialistenbedrijf. Voordat de TNO-beslissing viel, had hij van het management namelijk de opdracht gekregen om een businessplan te schrijven voor een zelfstandige bv. John Veeren, die al zeventien jaar lang zijn bedrijf Veeren EDS (VEDS) voor de lay-out van printplaten runde en sinds 2004 Q-matrix voor de assemblage van printpanelen had, was in die tijd toeleverancier aan TNO. Toen Niesten een opzet bedacht voor een TNO-bv, besprak hij met Veeren al voorzichtig het idee om samen te werken. Deze plannen werden van tafel geveegd toen TNO zijn embedded-specialisten uitbesteedde aan de Systence Group, een systeemhuis en ingenieursbureau.

Niesten: ’Die combinatie bleek minder goed te lopen dan verwacht, alhoewel de markt in 2006 aantrok. De multidisciplinaire uitstraling die we moesten uitdragen, kwam niet goed over. Je zag dat er toch duidelijk twee afgescheiden groepen opereerden op de gebieden werktuigbouwkunde en elektronica en dat deze niet voldoende samenwerkten.‘ Volgens Niesten lag dat niet alleen aan Emdes of Systence. ’Het was alsof de OEM‘s de stap nog niet durfden te zetten, hun core-kennis niet zomaar aan de grote klok wilden hangen bij projectleveranciers en alles in kleine porties uitbesteedden.‘
Eind 2006,begin 2007 verkocht de Systence Group het Wijchense Systence-gedeelte aan Aemstel Ventures, een private equity-investeerder uit Amsterdam. De aandeelhouders wilden wel verdergaan met Emdes in Eindhoven. Maar daar was het verloop inmiddels groot. De markt trok aan en door alle onzekerheden kozen werknemers voor een andere baan. Niesten trok de oude bv-plannen uit de kast en een aantal Emdes-medewerkers gingen mee naar het nieuwe bedrijf. Ook Veeren meldde zich: ’Ik was aan uitbreiding van Q-matrix en VEDS toe en was op zoek naar een ontwikkelafdeling. In februari is het samenwerkingsballetje gaan rollen en in mei ging Wingz echt van start.‘
Quitte draaien
Veeren staat aan het roer van twee bedrijven op de High Tech Campus. Q-matrix startte in 2005, assembleert PCB‘s en biedt werk aan vier man. VEDS bestaat sinds 1994, ontwerpt printplaten, heeft zes printplaattekenaars en één fijnmechanicaontwerper. Waarom koos de hoofdman voor Niesten en zijn embedded-specialisten als toevoeging? ’De aanvragen werden te moeilijk voor Q-matrix en VEDS, want er zaten software- en elektronicaontwikkelingen bij. Mijn bedrijven en Wingz sluiten naadloos op elkaar aan en leveren een compleet product af‘, zo beargumenteert Veeren.
Produceert Q-matrix alles in eigen huis? ’Nee‘, geeft Veeren toe. ’De PCB-productie besteden we uit, zoals bijvoorbeeld bij Vermeulen Printservice. Ook het mechanicawerk doen we niet zelf. Wij kopen alleen de elektronica in. Vervolgens assembleren wij de printplaten en voegen we de deelsystemen samen.‘
Veeren is niet alleen investeerder in Wingz, hij helpt ook Niesten in zijn kersverse ondernemerschap. ’Ron komt uit een werknemersomgeving‘, verklaart hij. ’Ik help hem mee Wingz op de kaart te zetten.‘ Niesten haast zich om hieraan toe te voegen: ’Ik zorg wel voor de dagelijkse leiding binnen Wingz.‘
Wingz heeft zich inmiddels een bedrijfsplekje verworven op de High Tech Campus. Niesten: ’Er zitten heel veel faciliteiten en interessante klanten en partijen op de campus, maar ook kennisinstituten waarmee we kunnen samenwerken, zoals het Holst-centrum of NXP. Handig dat al deze bedrijven op loopafstand liggen.‘ Wingz zal op de campus nog naamsbekendheid moeten verwerven met zijn product, dat bestaat uit de ontwikkeling van hele printplaten, embedded software en FPGA‘s.
Noch Niesten noch Veeren weet of er voor Wingz een productlijn dan wel technologielijn in het verschiet ligt. ’Draadloze sensoriek staat bij ons hoog in het vaandel, maar op dat gebied gebeurt zoveel, dat we ons afvragen wat onze toegevoegde waarde is naast instituten als Holst en de verschillende andere specialistische bedrijfjes. Onze toekomstvisie moet anderhalf jaar wachten. Aan de hand van de feedback uit de markt en van de High Tech Campus gaan we uitmaken welke richting we opgaan. En ook aan de hand van wie onze vaste klanten worden.‘

Kort na de start gaat het Wingz al voor de wind. Veeren: ’We zitten vol met werk. Buiten mijn eigen klantenbestand om haalt Ron eigen projecten en nieuwe klanten binnen. We zijn nog wel aan het zoeken naar evenwicht: Wat is voor VEDS en wat is voor Wingz?‘
Wingz heeft nog geen doelstellingen voor wat het bedrijf onder de streep zal gaan noteren. Niesten: ’De schatting is dat we quitte gaan draaien. We hebben hoge investeringskosten omdat we een ontwikkelbureau zijn en geen detacheringsbureau. Er gaat veel geld zitten in de labs. Maar ook de locatie op de campus is niet goedkoop.‘
In de soep
Niesten heeft in zijn businessplan voor Wingz geen strategische roadmap geschetst; hij gelooft niet in planningen en voornemens op zakelijk vlak voor op de langere termijn. ’Ik heb alleen een visie en een financieringsplan geschreven. De praktijk pakt altijd anders uit dan de scenario‘s in businessplannen.‘ Toch zegt hij over de personeelsgroei: ’Ik wil zeker tegen het einde van het jaar een man of tien hebben en over vijf jaar een man of twintig.‘
Veeren heeft ook een duidelijke visie op de werkwijze van Wingz: ’Wij willen ons niet in de markt profileren als detacheringsbedrijf, maar als projectenbureau.‘ Detacheren, zo luidt de conclusie van embedded-specialisten in de markt, is makkelijk. Projecten zijn daarentegen ambitieus. Zijn de projectdoelstellingen voor het relatief kleine Wingz niet te hoog gegrepen? Veeren: ’Detacheren is inderdaad makkelijker dan met projecten bezig zijn. Bij detacheren bestaat de hoofdzorg uit veel mensen binnenhalen en hen bij bedrijven wegzetten. De coördinatie en invulling van de projecten is de verantwoordelijkheid van de klant. Aan projecten zitten meer haken en ogen.‘
Niesten: ’Projecten kun je alleen fixed-price aanbieden als de specificaties vaststaan en als je werkt met een technologie die je onder de knie hebt. Als de specificaties gaan driften en je gaat werken met een technologie die je niet kent, dan loopt je project in de soep. We zeggen dan tegen de klant: ’Als we uw requirements tegen onze kennis afwegen, lijkt het ons verstandig om het op onze manier te doen. Anders moeten we een haalbaarheidsonderzoek doen.‘ We willen het niet zover laten komen dat we op de techniek nog een uitvinding moeten doen. Want als je met top-of-the-bill technologie aan de slag gaat, gebeurt het vaak dat je bètatester bent voor de technologieprovider. Dan ben je hun probleem aan het oplossen, terwijl je eigen project in duigen valt.‘ Projecten worden dan duurder en niet alle klanten snappen dat, zo verklaart Niesten. ’Die zeggen dan: ’Ja, maar er wordt toch een demoprogrammaatje bij geleverd? Dat werkt, ik heb het zelf gezien op de beurs.‘‘
Toch is Niesten geenszins bang om de projectuitdaging aan te gaan en toont zich strijdvaardig: ’We denken dat projecten de markt gaan bepalen. Bovendien geloven we in ons eigen product en denken we de snelle jongens in de detacheringswereld best het hoofd te kunnen bieden.‘
De investeerder spreekt
Over drie jaar wil Wingz dezelfde naam en faam hebben als het Goudse Technolution of als Chess uit Haarlem. Grote opsteker is dat voorgenoemde Jerommekes in de Randstad opereren en Wingz in Brabant geen strobreed in de weg zullen leggen, ondanks de aanwezigheid van hun wat kleinere kantoren daar. Er klonken wel enkele verongenoegde geluiden uit de Brabantse markt over het nieuwbakken Wingz. Het zou projecten onder de prijs hebben aangenomen. Niesten ontkent dit in alle toonaarden: ’Ik ben me er niet van bewust dat we een project onder de prijs hebben aangeboden. Dat zit bij die bedrijven tussen de oren. Maar ik zal hier verder niet op ingaan.‘
Wingz moet wel eerst uit de investeringskosten zien te komen. Niesten: ’We hebben alle meetinstrumenten nog moeten aanschaffen, zoals scopen, logische analyzers, functiegeneratoren, multimeters en alle ontwikkeltools zoals compilers om microprocessoren en software te kunnen ontwikkelen en om FPGA‘s mee om te kunnen gooien en te simuleren. Deze hebben we allemaal door onze werknemers laten bestellen. Die zijn kritischer op hun werkinstrumenten dan wij en zo kwamen zij aanzetten met allerhande goede spullen. Soms waren die gelukkig gewoon tweedehands.‘
Wingz‘ lichte voorkeur gaat uit naar FPGA-leverancier Altera boven Xilinx. Niesten: ’Natuurlijk gaat de keuze van de klant voor. Maar als we zelf mogen kiezen, gaan we voor de Altera-FPGA‘s. In de praktijk werken we met verschillende leveranciers. We hebben microprocessoren van Microchip tot Intel en Arm-processoren, maar ook deze keuze hangt af van wat de applicatie of de klant vraagt.‘
Veeren schetst een positief toekomstbeeld voor Wingz: ’Over vijf jaar hebben we vijftig man in dienst.‘ Niesten: ’Daar spreekt de investeerder. Ik vind het moeilijk om in een kristallen bol te kijken; het succes van een bedrijf is afhankelijk van veel factoren. Je weet niet wat de economie gaat doen. Maar over vijf jaar moet Wingz wel boven de twintig man kunnen zitten.‘