Your cart is currently empty!
West-Europese elektronicaproductie stabiliseert
De krimp van de West-Europse elektronicaproductie neemt af volgens het jaarlijks onderzoek van Reed Electronics Research (RER). In 2004 verminderde deze met 0,7 procent, terwijl de afname tussen 2000 en 2003 bijna 30 procent bedroeg. Voor 2005 krimpt de productie waarschijnlijk met 1,3 procent. Europa was in 2004 met een bedrag van 192,5 miljard euro goed voor 19 procent van de wereldproductie in de sector elektronica. Volgens RER is er potentieel voor groei, maar blijven de prijzen onder druk staan. Nederland nam 4,5 procent van de productie voor zijn rekening met een omzet van 8,8 miljard dollar. Daarmee staat het op de zesde plaats. Dertig procent van de Nederlandse elektronicafabricage komt uit de computerbranche. Meet- en controlesystemen nemen 21 procent voor hun rekening. De componentenbranche heeft een aandeel van 17 procent. Consumentenelektronica is verantwoordelijk voor slechts 1,6 procent van de elektronicaproductie in Nederland, omdat deze meestal wordt uitbesteed aan andere landen. België bezet met een omzet van 4,4 miljard dollar, oftewel 2,2 procent, een elfde positie. Ook hier neemt de computerbranche het grootste aandeel in met 35 procent van de productie.
Duitsland is de grootste elektronicaproducent van Europa met een aandeel van 28 procent. Na een krimp vanaf 2000 groeit de Duitse elektronica-industrie sinds 2002 weer licht dankzij de sterke automotive- en industriële sectoren. De productie bleef echter onder het niveau van 2000. Groot-Brittannië en Frankrijk, de nummers twee en drie van Europa, incasseerden tussen 2000 en 2004 een verlies van respectievelijk 45 en 37 procent. Oorzaak hiervan is hun grote aandeel in de communicatie- en IT-sectoren. Deze kregen te maken met een lagere vraag en een migratie naar lagelonenlanden. Ierland en Finland zijn de enige landen die fors meer produceren dan ze zelf verbruiken. Spanje en Italië springen er juist uit door hun grote import.