Your cart is currently empty!
Waar is mijn draadloze sensornetwerk?
Er zijn technologieën die heel interessant zijn, maar die niet zo snel doorbreken als je zou denken. Vroeger dachten we dat de mensen in de eenentwintigste eeuw allemaal een vliegende auto zouden hebben. In plaats daarvan kunnen we nu op internet een T-shirt kopen met de tekst ’Where‘s my flying car?‘. Voor draadloze sensornetwerken wordt ook al jaren een gouden toekomst voorspeld, maar thuis heb ik er nog geen. Waarom niet?
Aan technische kennis over hoe zo‘n netwerk te bouwen, is in ieder geval geen gebrek. Een hardwareprobleem is het evenmin. Een basischip voor een draadloze verbinding op korte afstand is – met dank aan de wet van Moore – tegenwoordig voor een paar euro te krijgen. Voor een paar honderd euro heb je een stel ontwikkelborden, en als het een beetje meezit met de bijgeleverde software, heb je binnen een paar dagen een draadloze-sensordemo gemaakt. Zo‘n demo is niet zonder risico: als je laat zien dat de communicatie werkt, gaan mensen soms geloven dat de rest ook bijna af is.
Het grote probleem met draadloze sensornetwerken is om een toepassing van de technologie te vinden die zo nuttig is dat iedereen direct zo‘n netwerk wil hebben. Dat is niet een puur technische vraag; we zoeken naar een gouden combinatie van technische elementen, menselijke behoeften en maatschappelijke ontwikkelingen. Ik denk dat er heel goede combinaties te vinden zijn in de context van de vergrijzing, bijvoorbeeld draadloze sensoren om vallen en andere ongelukken te detecteren, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.