Your cart is currently empty!
Vooral universiteiten trekken meer bèta’s
De instroom van bèta- en techniekopleidingen in het hoger onderwijs is sinds 2000 met 16,2 procent gestegen. Daarmee wordt de politieke doelstelling van structureel 15 procent meer bètastudenten en ingenieurs-in-opleiding in 2010 waarschijnlijk gehaald. Zoals verwacht, is de stijging niet evenredig verdeeld over hogescholen en universiteiten. Het technisch hbo boekte 5,7 procent vooruitgang over de periode 2002 tot 2008, maar dat is in ieder geval nog beter dan de 1 procent extra aanwas waarop het in 2007 was blijven steken. Universiteiten realiseerden van 2002 tot 2008 een instroomtoename van 46 procent.
’Met deze instroomcijfers is een belangrijke mijlpaal behaald‘, zegt voorzitter Arie Kraaijeveld van het Platform Bèta Techniek (PBT), dat de cijfers vorige week bekendmaakte. Voor de Nederlandse economie is de stijging ook van groot belang. ’Veel maatschappelijke vraagstukken kunnen alleen worden opgelost met natuurwetenschappelijke en technische kennis.‘ President Robbert Dijkgraaf van de KNAW onderschrijft die stelling: ’Zorgen voor meer bètatechnici is een van de investeringen die we moeten doen om te zorgen dat onze kenniseconomie weer op het goede spoor komt.‘ Dijkgraaf is net als het Platform Bèta Techniek lid van het Innovatieplatform.
Het volgende doel is om de uitstroom van bètatechnici in 2016 met 25 procent te doen toenemen. Het PBT denkt die doelstelling te kunnen halen, mede door jongeren te wijzen op de kansen die de sector hun te bieden heeft. Er staan momenteel zeventienduizend vacatures open in de technische branches. Van de hoogopgeleiden gaat bovendien de komende vijf jaar 16 procent met pensioen. Dat komt overeen met zeventigduizend arbeidsplaatsen.