Vliegdekschip voor hightechstarters

Author:

Simon Bambach is directeur van VDL ETG.

Reading time: 3 minutes

Op dit moment leeft de hightechindustrie sterk op. Na een diepe recessie klimmen we steil uit het dal. Gek genoeg lijken zelfs de perikelen rondom de euro geen vat te krijgen op de vaart die we nu hebben. We mogen daar optimistisch over zijn, maar wat staat ons op de (middel)lange termijn te wachten en hoe stellen we de toekomst van de hightechindustrie veilig?

Laat ik eerst een paar pluspunten noemen. Nederlandse toeleveranciers aan de hightech hebben een wereldwijde reputatie. Onze infrastructuur en ons ecosysteem zijn van een ongekend hoog niveau. Samen zouden we nieuwe OEM‘s makkelijk kunnen ondersteunen. De klanten die we nu wereldwijd werven, hadden we hier anders niet naartoe gehaald. Met de drie TU‘s, TNO en Philips Applied Technologies hebben we hier heel wat kennis en kunde in huis.

Er is meer positiefs. Internationaal winnen we terrein. Net als bij mijn eigen organisatie VDL ETG zie ik dat NTS, KMWE en Frencken steeds meer buitenlandse klanten werven en over de grens hogere omzetten halen. We bedienen veel Duitse en Engelse bedrijven. VDL ETG haalt zijn belangrijkste groei met name uit de VS.

Buitenlandse nering is een goede zaak, maar intussen wordt onze basis kleiner. In Nederland hebben we pakweg vijf OEM‘s waar we als toeleverende industrie voor werken. Ik schat dat we bij die vijf gemiddeld drie kwart van onze omzet halen. Nederlandse opdrachtgevers zijn belangrijk voor het ontwikkelen en op peil houden van onze competenties. Vijf systeem-OEM‘s is krap, en deze basis wordt alleen maar smaller. ASMI verplaatste onlangs zijn hele productie van Almere naar Singapore en Fei verraste drie weken geleden met de mededeling dat de productie van kleine dual beam-systemen naar Tsjechië gaat verhuizen.

Feit is dat we te veel op de halfgeleidermarkt leunen. Met uitzondering van Philips Healthcare hebben Nederlandse machinebouwers een sterke band met chips of de analytische industrie. Ondernemingen in de groeimarkten voor (O)leds en solar missen we, zeker nu OTB in Duitse handen is gekomen. Al onze hightech-OEM‘s bestaan al dertig tot veertig jaar en in die tijd hebben we geen nieuwe zien opkomen. De vraag is: waar halen we over tien jaar 75 procent van onze inkomsten vandaan? Als we accepteren dat een groot deel van de omzet over de grens verhuist, dan kun je verwachten dat ook toeleveranciers gaan investeren in buitenlandse vestigingen.

Met het benoemen van de bedreigingen stip ik eigenlijk al een deel van de oplossing aan. In de eerste plaats hebben we ondernemers nodig. Onlangs hoorde ik ASML‘s topman Eric Meurice zeggen: ’De regio opnieuw in een ondernemende fase krijgen, is de grootste uitdaging die er bestaat.‘ Daar ben ik het van harte mee eens.

Daarnaast is er commitment nodig van investeerders en overheid. Meteen maar weer een voorbeeld. Kent u Solyndra? Dat Amerikaanse bedrijf heeft voor 535 miljoen dollar aan kredietgaranties gekregen van het Amerikaanse ministerie van Energie en zit comfortabel op een zak durfkapitaal van ruim achthonderd miljoen dollar. Solyndra maakt zonnecellen die eruitzien als donkergrijze tl-buizen. Toevallig maken wij er nu de machines voor, iets dat we doen samen met de onmisbare kennis van Philips Apptech. Zo‘n opdracht is leuk, maar het zou nog mooier zijn als we dit soort snelle groeiers ook in Nederland hadden – met de bijbehorende financiering. Dat de Amerikanen naar ons komen voor de technologie laat zien dat onze basis nog steeds goed is.

Wat we verder nog nodig hebben is een vliegdekschip. Een vliegdekschip voor startende ondernemingen. Het liefst in de vorm van een stabiel bedrijf met ondernemers en goeie productmanagers waar nieuwe ideeën een echte kans krijgen. Binnen de oude Philips-structuren was dat er vroeger, namelijk de productdivisie  Science & Industry. Bij S&I werden producten gemaakt van de prototypes en ideeën uit Philips CFT en Research. Voorbeelden zijn elektronenoptiek (nu Fei), industriële röntgentechnologie (Panalytical), lithografie (ASML) en test- en meettechnologie (PBF, Tecnotion en Benchmark). Veel kennis in hightech Nederland komt oorspronkelijk uit S&I.

Het is nog maar een kwart eeuw geleden dat ik zelf als logistiek manager van de businessunit Elektronenoptiek bij de nieuwjaarsborrel van S&I met mijn collega‘s vraagtekens plaatste bij het feit dat het management van de divisie jaren op rij  enkele tientallen miljoenen guldens stortte in wat wij toen het ’gat‘ van litho noemden. Dat was toen in onze ogen een zwart gat, maar intussen heeft het een bedrijf opgeleverd dat met kop en schouders uitsteekt boven de hele hightechindustrie.