Warning: Undefined array key "bio" in /home/techwatch/domains/test.bits-chips.nl/public_html/wp-content/plugins/wpcodebox2/src/Runner/QueryRunner.php(126) : eval()'d code on line 13
Author:
Reading time: 3 minutes
In zijn column van 27 juni (Bits&Chips 12, 2008) vraagt Hans Sassenburg zich af hoe het komt dat architectuurstijlen, ontwerppatronen en assessmentmethodieken ondanks alle beschikbare theorie nauwelijks worden toegepast in de praktijk. Ligt dit aan het feit dat we geen nieuwe systemen ontwikkelen, maar voortborduren op wat er al ligt? Of is gebrekkig onderwijs in softwarearchitectuur de hoofdoorzaak? Een interessante vraag die mij ook weer nieuwsgierig maakte naar mijn eigen functioneren.
In mijn beleving zijn ontwerppatronen en architectuurstijlen niets meer en minder dan een methode om bewezen werkende oplossingen vast te leggen. Door deze patronen te bundelen in een boek wordt een mooie catalogus van goede deeloplossingen gecreëerd. Er bestaan kasten vol van dergelijke boeken.
Het probleem in de praktijk is echter dat vakmanschap nodig is om het juiste patroon, de juiste oplossing, bij een probleem te zoeken. Dat vakmanschap leer je niet door al die boeken te lezen (jouw actuele probleem staat er geheid niet in), noch door alle patronen en stijlen in het vak softwarearchitectuur op een universiteit of hogeschool te stoppen. Dat vakmanschap leer je door software te maken, de patronen uit te proberen en toe te passen, en door probleem en oplossing te bespreken met ervaren mensen in je omgeving.
Natuurlijk zit er een probleem bij de door Hans benoemde ’oude rotten‘ die alle bestaande systemen hebben gemaakt. Het schort daar echter niet aan kennis van stijlen en patronen – aan vakmanschap dus – maar aan de link met de theorie. Omgekeerd zijn de juniorarchitecten die net van een opleiding komen wel bekend met de theorie, maar herkennen ze die niet in bestaande systemen, omdat de namen van de gebruikte patronen niet terugkomen in de software en bijbehorende documentatie, als die al aanwezig is.
Ik concludeer hieruit dat onderwijs en softwarearchitectuur niet het voornaamste probleem zijn. Volgens mij schort het aan het volgende. Ten eerste maken onderwijsinstituten ondanks goede bedoelingen nog te weinig gebruik van ervaringen uit de industrie. Mijn advies: haal praktijkcases en mensen uit de praktijk naar binnen, niet alleen de boeken over de praktijk. Papier is geduldig en uitgevers snoeien graag in teksten.
Daarnaast moeten softwarearchitecten vakmanschap hoger in het vaandel plaatsen. Ze worden nog te vaak gedreven door de waan van de dag, waardoor ze de vijand van hun eigen architectuur worden. Immers, de architectuur zou de deadline van het project moeten overleven, maar hoe vaak doet ze dat? Dit betekent dat architecten meer aan onderlinge kennisoverdracht moeten doen. Mogelijk gaat de theorie van stijlen en patronen dan ook beter aansluiten bij de praktijk.
En die assessmentmethodieken dan? Simpel, vele daarvan zijn gebaseerd op het evalueren van scenario‘s of het verzamelen van metrieken. Met name de eerste aanpak is erg geschikt voor interactieve design- of architectuurreviews. Veel effectiever dan documenten pagina voor pagina langslopen in een vergadering. Dat ontaardt toch maar in geneuzel over punten en komma‘s. En zeg nu zelf, wie kan er nu bezwaar aantekenen tegen zo‘n sessie, waarin het ontwerp wordt getoetst in een vorm die meteen ook voor overdracht van vakmanschap zorgt? Een vakman word je in het veld, niet in de schoolbanken.