Kort nieuws

UT en partners speuren naar tumorcellen in bloed

Pieter Edelman
Leestijd: 2 minuten

Een consortium onder aanvoering van UT-hoogleraar Leon Terstappen ontvangt zes miljoen euro aan EU-subsidie om een methode uit te werken waarmee vrije tumorcellen uit het bloed geïsoleerd kunnen worden. De diagnose van kankerpatiënten kan daarmee sterk worden verbeterd, denkt de hoogleraar medical cell biophysics. Ten eerste zegt het aantal van dit soort cellen iets over de kans op uitzaaiingen en ten tweede kunnen artsen ze onderzoeken om het type kanker te karakteriseren en daarmee de behandeling op maat te snijden. ’Het probleem met kanker is dat het heel erg heterogeen is. Het kan zelf zo zijn dat je met meerdere typen cellen te maken hebt. Dan moet je een combinatietherapie toepassen‘, legt Terstappen uit.

Het CTCTrap-project (CTC staat voor ’circulating tumor cell‘) bouwt voort op de Cellsearch-methode, die Terstappen vóór zijn aanstelling als hoogleraar bij het Amerikaanse Veridex ontwikkelde. Hiermee kunnen de tumorcellen in een bloedmonster worden opgespoord. ’Maar daar missen we nog veel. In de helft van de gevallen vinden we geen cellen in het monster, terwijl ze wel in het bloed zitten‘, zegt Terstappen. Daarom kijkt de CTCTrap-aanpak niet naar een monster, maar naar ál het bloed van de patiënt. ’Het is vergelijkbaar met een dialyse: het bloed wordt gefilterd en gaat dan weer terug de patiënt in‘, vertelt Terstappen.

De methode richt zich op een eiwit dat voorkomt op het oppervlak van de meeste typen kankercellen (de carcinomen). De cellen worden afgevangen met een antilichaam, een molecuul dat zeer specifiek aan dit doelmolecuul plakt. Daarmee worden overigens ook andere celtypen afgevangen, maar aan de UT zijn al methodes ontwikkeld om de cellen verder te scheiden.

This article is exclusively available to premium members of Bits&Chips. Already a premium member? Please log in. Not yet a premium member? Become one and enjoy all the benefits.

Login

Related content