Warning: Undefined array key "bio" in /home/techwatch/domains/test.bits-chips.nl/public_html/wp-content/plugins/wpcodebox2/src/Runner/QueryRunner.php(126) : eval()'d code on line 13
Author:
Reading time: 2 minutes
Begin december heeft het Institute of Eletrical and Electronics Engineers (IEEE) een verbeterde versie van Firewire goedgekeurd. TUE-onderzoekster Judi Romijn speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van de nieuwe standaard, die het nummer 1394.1 heeft gekregen. De Utrechtse, verbonden aan de Informaticagroep Design and Analysis van de Eindhovense universiteit, verzorgde de wiskundige onderbouwing van twee toevoegingen en vervolledigde hun beschrijving.
Firewire maakt het mogelijk om digitale informatie uit te wisselen tussen apparaten. Dat kunnen een computer en een videocamera zijn, maar ook hele netwerken. Bij de oude standaard konden de onderlinge verbindingen niet langer zijn dan 4,5 meter. De verbeterde uitvoering biedt de mogelijkheid om verschillende bussen aan elkaar te knopen door middel van bridges, een soort hubs. Zo zijn enkele kilometers te overbruggen.
Met het Net Update-protocol bepalen de bridges hoe het Firewire-netwerk er precies uitziet: welke van hen de leider is, in welke richting die zich bevindt en op welke afstand. De oorspronkelijke Net Update-versie bevatte echter een aantal fouten. Romijn haalde de mankementen eruit en presenteerde het verbeterde protocol in de 1394.1-commissie van de IEEE, die het voorstel uiteindelijk in de standaard opnam.
Een ander probleem deed zich voor bij het aansluiten en loskoppelen van apparaten. De lusjes die dan ontstaan, zorgen voor botsingen die het netwerk kunnen verstoren. Omdat de oude Firewire-versie helemaal geen voorzieningen had om dergelijke conflicten op te lossen, bedacht de commissie het Panic-protocol. Wanneer de problemen heel ernstig zijn, kunnen bridges daarmee terugkeren naar hun begintoestand. Romijn polijstte de geheel nieuwe toevoeging, voordat die in de 1394.1-standaard terechtkwam.
Ten slotte maakte de TUE-onderzoekster een complete beschrijving van de Net Update- en Panic-protocollen. In totaal beslaat het document zo‘n vijftien A4‘tjes in natuurlijke taal. Graag had de Utrechtse er nog een formele uitwerking aan toegevoegd, maar daar was geen tijd meer voor. Wel is er op haar initiatief een appendix met correctheidseigenschappen bijgekomen. Fabrikanten kunnen die gebruiken om te controleren of ze de protocollen goed hebben geïmplementeerd.
Romijn promoveerde in 1999 aan de Universiteit Twente op het proefschrift ’Analysing industrial protocols with formal methods‘. Ruim drie jaar geleden kreeg ze van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) geld om dat onderzoek een vervolg te geven. Sinds december 2001 voert ze in Eindhoven het project ’Improving the quality of protocol standards‘ uit.