Reading time: 3 minutes
Author:
De strijd tussen Broadcom en Qualcomm was een strijd tussen de boekhouder en de ingenieur. Inspelend op de gevoeligheden van de regering-Trump heeft de laatste de overwinning voor de poorten van de hel weggesleept.
Wat bespraken Broadcom en Qualcomm toen ze na veel touwtrekken en moddergooien eindelijk met elkaar om de tafel gingen zitten? Niet de hoogte van Broadcoms bod, zoals je in die situatie zou verwachten. En ook niet de voorwaarden en risico’s van de deal. Nee, schrijft Bloomberg in een reconstructie, het ging over de toekomst van de halfgeleiderindustrie. Dier gloriedagen zijn verleden tijd, benadrukte Broadcom. Het is tijd om te consolideren, te stroomlijnen, risicovolle investeringen te mijden en de focus te verleggen naar winstmaximalisatie, benadrukte Broadcom.
Het pleidooi was aan dovemansoren gericht. Aan Qualcomms zijde zaten onder meer Paul Jacobs, zoon van oprichter Irwin, en Steve Mollenkopf, beide ingenieurs met de klassieke modus operandi van de industrie in hun bloed. Zij smijten met geld naar r&d en proberen voortdurend nieuwe markten aan te boren, vol vertrouwen dat er op termijn genoeg zal lukken om een leuke boterham mee te beleggen.
De aandeelhouders waren, weinig verrassend, op de hand van Broadcom: twee dagen voor de aandeelhoudersvergadering leek het erop dat Qualcomm de controle over het bedrijf zou verliezen. Op basis van de reeds uitgebrachte stemmen, meer dan de helft van het totaal, zouden alle door Broadcom genomineerde bestuurders met ruime marges in de raad van bestuur worden gekozen.
Mededingingsobstakels daargelaten, is het dus alleen dankzij de interventie van de regering-Trump dat Qualcomm voorlopig zelfstandig verder kan. Die penibele overwinning dankt het bedrijf aan een lobby in Washington die honderd keer meer heeft gekost dan die van Broadcom. Het winnende recept: het uitspelen van de ingenieursmentaliteit, gekruid met een snufje ‘geel gevaar’.

Bruusk buitenspel gezet
Het Witte Huis blijkt Qualcomm als een soort privaat nationaal laboratorium te zien, waar technologie wordt ontwikkeld die essentieel is voor de veiligheid van het land. Waarbij veiligheid eerst en voor alles lijkt te betekenen: China voor blijven, zeker op technologisch gebied. ‘Een verzwakking van Qualcomms positie laat een opening voor China om zijn stempel op het 5g-standaardisatieproces te drukken’, staat in een brief van het Committee on Foreign Investment in the United States (Cfius), die een week voor Trumps decreet werd verstuurd aan de strijdende partijen.
Aan Broadcom, met zijn minimalistische kijk op langetermijnonderzoek, is een dergelijke rol niet besteed, vindt Cfius: ‘Broadcoms uitlatingen suggereren dat het met Qualcomm een private-equity-richting op wil, wat inhoudt dat langetermijninvesteringen als r&d worden gereduceerd en dat de focus verschuift naar kortetermijnwinstgevenheid.’
In het geopenbaarde document wordt Broadcom opmerkelijk genoeg zelfs verweten Qualcomms licentiemodel om zeep te gaan helpen. Opmerkelijk, omdat Qualcomm overal ter wereld – ook in de Verenigde Staten – in juridische procedures is verwikkeld wegens zijn licentiepraktijken. Er zijn al diverse boetes uitgedeeld. Maar voor de Amerikaanse regering telt alleen wat Qualcomm met de opbrengsten doet: ‘Veranderingen in Qualcomms businessmodel zullen waarschijnlijk een negatieve impact hebben op r&d-activiteiten die van belang zijn voor de nationale veiligheid.’
Het is ironisch dat een land dat zich zo sterk identificeert met het kapitalisme de krachten van de markt op zo’n bruuske manier buitenspel zet, om nogal dubieuze redenen. Maar voor de ingenieurs en onderzoekers van Qualcomm – straks misschien ook voor die van NXP, als de overname eindelijk wordt afgerond – betekent het een klinkende overwinning. Zij blijven werken bij een bedrijf dat gelooft in geduldige innovatie en bereid is daarvoor de investeringen op te hoesten. Een bedrijf ook dat zijn eigen aandeelhouders buitenspel heeft gezet en slaande ruzie met zijn grootste klant heeft, maar toch.