Your cart is currently empty!
Sms
De CE-industrie heeft grootse plannen met het meten van gezondheids- en fitnessgegevens. Door over lange tijd te meten en gegevens met elkaar te correleren, moet een diep inzicht ontstaan in de gezondheid van een persoon, is het idee. Maar van wie is deze data?
Apple, Google en Samsung, de drie bedrijven die samen momenteel de dienst uitmaken in smartphones, zijn afgelopen maand alle drie naar buiten getreden met hun plannen voor gezondheid en fitness. Het werd de hoogste tijd, want de ideeën zingen al geruime tijd rond. Op hoofdlijnen komt het in alle drie de gevallen op hetzelfde neer: smartphones en wearables gaan gezondheidsgegevens verzamelen, die vervolgens met elkaar worden geïntegreerd om trends te ontdekken. En die data kunnen vervolgens weer gedeeld worden met derden: andere apps, maar ook artsen, diëtisten, trainers of wetenschappers die een specifieke aandoening onderzoeken.
Het drietal was lang niet uniek met de onthullingen. De trend deze richting op is al geruime tijd gaande, gestart vanuit de quantified self-beweging en langzaamaan steeds populairder geworden via allerhande sporthorloges en armbandjes. Vanuit alle hoeken – consumentenelektronica, de gezondheidszorg, de medische-technologiesector, hobbyisten – lijkt de trend om gezondheidsdata te verzamelen en te integreren aan te slaan. Analisten kunnen zich bij Tomtom bijvoorbeeld in hun handen wrijven met de schatting dat het bedrijf plotseling veel meer sporthorloges verkocht heeft dan verwacht. En laten we de aankondiging van Philips en de TU Eindhoven niet over het hoofd zien: er komen op korte termijn zeventig promotieplaatsen om kruiscorrelaties in grote brijen data te leggen, met een belangrijke rol weggelegd voor medische toepassingen.