Warning: Undefined array key "bio" in /home/techwatch/domains/test.bits-chips.nl/public_html/wp-content/plugins/wpcodebox2/src/Runner/QueryRunner.php(126) : eval()'d code on line 13
Author:
Reading time: 5 minutes
Ongeveer een jaar geleden ging SGet van start, een nieuw standaardisatieorgaan voor technologiebedrijven in de embedded-industrie. Nu zijn de eerste resultaten daar. Hoe kijkt de groep terug op het afgelopen jaar?
Op het Embedded World-congres vorig jaar februari kondigde een aantal fabrikanten van embedded computers, onder wie Advantech, Congatec, Kontron en MSC-GE, de Standardisation Group for Embedded Technologies (SGet) aan. De doelstellingen van de groep waren toen behoorlijk ambitieus: zeker honderd nieuwe leden en versnelling van het standaardisatieproces. Dat ledenaantal is een jaar na dato nog niet gehaald (het zijn er nu iets meer dan veertig), maar de eerste nieuwe standaarden zijn er wel. Zo lanceerde SGet begin dit jaar Smarc (Smart Mobility Architecture), een standaard voor mobiele apparaten.
Voorzitter Engelbert Hörmannsdorfer, tevens de belangrijkste woordvoerder van de groep, is tevreden. ’De belangrijkste reden om SGet op te richten, was het standaardisatieproces te versnellen‘, vertelt hij. ’Bij het opstellen van standaarden liep de markt er nogal eens tegen aan dat er van te veel bedrijven inmenging was. Hierdoor was het complex en niet echt makkelijk om tot een standaard te komen. Voor de eerste QSeven-standaard zijn alle bedrijven bijvoorbeeld zo‘n drie jaar bezig geweest. Dat is eigenlijk te lang, want processorarchitecturen veranderen mee.‘
Om het standaardisatieproces te versnellen, heeft SGet daarom de inspraakregels vereenvoudigd. Zo kunnen alleen bordfabrikanten een eindbeslissing nemen over de specificaties. Andersoortige bedrijven, zoals chipmaker of systeemintegratoren, kunnen enkel adviseren. Daar staat tegenover dat iedereen in principe toegang heeft tot de groep en ook iedereen ideeën voor standaarden kan aandragen.
’Voor technologiebedrijven in de embedded-wereld zijn standaarden erg belangrijk, meer nog dan voor andere industrieën‘, stelt Hörmannsdorfer. ’Voor consumentenelektronica veranderen de borden qua vorm en soort verschrikkelijk snel en zijn er om de twee jaar wel weer totaal nieuwe form factors. In de embedded-wereld werken we echter met life cycles van zo‘n tien tot vijftien jaar. In dat geval is het belangrijk dat er ook andere partijen zijn die na tien jaar nog hetzelfde product kunnen leveren. Bovendien zijn de bedrijven in de embedded-industrie doorgaans niet groot. Niemand beschikt over de marktmacht om een standaard af te dwingen. Door samen te werken, kunnen bedrijven met goede ideeën die toch verder ontwikkelen.‘

Winst
SGet ging van start met twee standaardisatieprojecten, de een rond QSeven en de ander voor de nieuwe ULP-Com-standaard (Ultra Low Power – Computer on Module). Die laatste is later omgedoopt in Smarc. Beide standaarden zijn nodig, omdat er een groeiende marktinteresse is in de Arm-architectuur. ’Smarc is een Com-formaat dat zich richt op de typische Arm-producten‘, vertelt Peter Mueller van Kontron, voorzitter van de Smarc-werkgroep. ’De modules zijn bij uitstek geschikt voor apparaten met een laag energieverbruik, in het bijzonder voor apparaten met batterijen. Daarbij is de standaard gericht op elektronica met kleinere displays, zoals kleine tablets. Andere Com-standaarden, zoals Com Express of ETX, focussen op de typische pc-interfaces. Met Smarc willen we eigenlijk een compromis sluiten tussen de Arm- en X86-connectorconcepten.‘
Kontron is zo‘n beetje de belangrijkste trekker van Smarc, maar volgens Mueller was het wel degelijk een team effort. ’Andere grote embedded-spelers in de modulemarkt, zoals Advantech en Adlink, waren net als wij met een dergelijke standaard bezig. Met hen zijn we in eerste instantie rond de tafel gaan zitten, nog voor we het idee hadden om SGet te starten. De standaardisatiegroep was voor ons vooral een middel om een bredere basis aan supporters te krijgen voor deze nieuwe standaard. Er doen thans twintig bedrijven mee met de Smarc-standaardisatie, terwijl dat er anders maar drie waren geweest.‘
Veel deelnemers is volgens Mueller vooral winst voor de klanten. Die kunnen nu kiezen uit diverse aanbieders. Vergelijkbare ontwikkelingen waren voorheen maatwerk dat ze maar bij één bedrijf konden afnemen.

Geknaagd
Tegelijk met de opstart van Smarc kwam er een standaardisatiegroep voor QSeven, een relatief nieuwe Com-standaard voor low-power producten. De eerste versie rolde in 2007 uit de koker van Seco, MSC-GE en Congatec. Net als Smarc richt ook QSeven zich op elektronica met een laag energieverbruik, maar in dit geval is de module speciaal geschikt voor apparatuur met een pc-interface. Oorspronkelijk spitsten de makers van de standaard zich daarbij vooral toe op X86-architecturen. Door de toenemende kracht van de Arm-architectuur de afgelopen jaren is deze ook steeds belangrijker geworden voor QSeven.
’De ontwikkeling naar Arm is reeds ingezet bij versie 1.2 van QSeven‘, weet Tobias Schöne van MSC-GE, lid van de QSeven-werkgroep van SGet. ’De eerste QSeven-standaard was vooral gericht op Intel. Zoals alle eerste releases was deze niet direct perfect en kwam er in 2010 een revisie. Deze versie 1.2 bevatte voor het eerst ook Arm-specificaties. Met de 2.0-update van afgelopen jaar is er geen enkele beperking meer voor het maken van een QSeven-gebaseerde Arm-module met een pc-interface.‘
De gesprekken over een nieuwe QSeven-standaard werden in eerste instantie gevoerd in de PCI Industrial Computer Manufacturers Group (PicMG). ’In die groep zitten echter ook allerlei verkopers van CPU‘s en connectoren‘, beschrijft Schöne het probleem. ’Die hadden weinig interesse in een nieuwe vormfactor, waardoor het hele standaardisatieproces vertraagde. Vandaar dat we de standaard binnen SGet hebben uitgebracht.‘
Hoewel er dus geknaagd is aan de invloed van chipleveranciers is de interesse van die fabrikanten in SGet volgens Schöne niet minder groot. ’Binnen de QSeven-werkgroep denken we bijvoorbeeld na over een extensie voor USB, maar bij een chipmaker als Texas Instruments zijn ze daar ook mee bezig. Doordat TI is aangesloten bij SGet, hebben we behoorlijk wat inzicht gekregen in hoe zij de nieuwe features willen realiseren. In een nieuwe release van QSeven zullen we die specs zeker meenemen.‘
Aanloop
Nu de eerste resultaten er zijn, is de grootste druk van de ketel. Momenteel werkt SGet aan een design guide voor Smarc, een handleiding voor hoe dragerborden geschikt zijn te maken voor Smarc-modules. Deze moet uiteindelijk ergens dit kwartaal verschijnen.
Behalve op de eerste twee standaardisatieprojecten lag de focus het afgelopen jaar vooral op de groepsorganisatie. Zo heeft SGet onder meer gewerkt aan een eigen community en grondslag. Ook wil voorzitter Hörmannsdorfer een internetplatform gaan opzetten dat samenwerking vergemakkelijkt. Iedereen moet daar zijn ideeën kunnen posten en relaties kunnen onderhouden.
Een van de belangrijkste activiteiten is echter nog altijd ledenwerving. De oorspronkelijke doelstelling om in een jaar tijd zo‘n honderd nieuwe deelnemers aan te trekken, is niet gehaald. Positief is dat SGet niet meer uitsluitend een feestje is van bordfabrikanten, maar dat er bijvoorbeeld ook chipmakers meedoen. ’Met name tijdens de laatste editie van Embedded World hebben we behoorlijk wat aanloop gehad‘, geeft Hörmannsdorfer aan. ’Er waren zeker vijf partijen die lid wilden worden en veel goede nieuwe ideeën voor standaardisatiegroepen.‘ Welke ideeën dat zijn, wil hij niet zeggen. Wel wil hij kwijt dat het gaat om zo‘n zeven nieuwe groepen die in de loop van dit jaar van start zullen gaan.