RUG bouwt microfluidicslab met tweedehands apparatuur

De onderzoeksgroep Farmaceutische Analyse van de Rijksuniversiteit Groningen heeft sinds kort een eigen cleanroom voor het maken van microfluidicschips. Tussen de nieuwe apparaten staan ook enkele tweedehands machines. ’Zo kun je met beperkte middelen toch heel goede resultaten bereiken‘, vertelt Sander Koster van de onderzoeksgroep. ’We gebruiken eigenlijk de lithografische technologie die je in elke cleanroom tegenkomt.‘ De Groningse researchers kochten onder meer een Uvo-Cleaner op Ebay en een koelsysteem op Marktplaats. Met een metaalopdamper kunnen ze elektrodes integreren in de microkanalen.

De onderzoeksgroep koos ervoor om zelf chips te produceren, omdat dit goedkoper is dan ze te bestellen bij gespecialiseerde bedrijven. Bovendien kan de groep zo flexibeler en sneller ontwikkelen en testen. ’Hiervoor maakten we ook al onze eigen chips, maar we moesten een beetje heen en weer schipperen tussen laboratoria‘, vertelt Koster.

De Groningers begonnen tweeënhalf jaar geleden aan microfluidicsonderzoek met het binnenhalen van Sabeth Verpoorte als hoogleraar. Zij had in de jaren negentig bij het Zwitserse Ciba-Geigy gewerkt, in het lab van Andreas Manz. Manz is één van de grondleggers van lab-op-een-chiptechnologie. De RUG-groep richt zich niet alleen op farmaceutische toepassingen, maar ook op meer biologische analyses. ’We hebben projecten lopen waar we levende cellen in de microkanaaltjes kweken. Daar zijn we enorm succesvol mee.‘ Volgens Koster komt dit doordat de potentiële gebruikers van de technieken vlakbij zitten: ’Microtechnologie en lab-op-een-chiptechnologie werden in het verleden vooral gedaan in grote technologische instituten, waar er een grote afstand was tussen maker en gebruiker. Wij zitten tussen analytisch chemici, biologen en medici. Dat werkt twee richtingen op.‘