Your cart is currently empty!
Rare jongens, die van Philips
Ik let altijd een beetje op Philips, in binnen- en buitenland. Ik weet niet waarom. Aan de ene kant denk ik dat ik graag trots wil zijn op een Nederlandse achievement. Aan de andere kant heb ik een getroebleerde verstandhouding met die jongens. Ik houd van ze, maar vond ze vaak ook raar.
Op mijn zestiende kocht ik mijn eerste stereo-installatie, een Luxman, bij een hifispecialist zoals die er in de zeventiger jaren veel waren. Sony lag daar ook in de schappen, in de min of meer high-end. Philips niet. Dat stond in suffige witgoedwinkels en supermarkten met dingen die er hetzelfde uitzagen maar verschillende namen en prijzen hadden. Aristona en zo. Het design was ook niet echt aansprekend. Vond ik maar raar. Waarom je hifi-lifestylemerk positioneren tussen wasmachines en strijkijzers? Geen van de hifi-enthousiastelingen die ik kende, had iets van Philips.
De computertijd kwam en Philips lanceerde de P2000, een soort Atari met cassettes, de P2000C met het CP/M-besturingssysteem en de Yes, een MSDos-machine die niet honderd procent IBM-pc-compatibel was. Als je een beetje ’auf der höhe der Zeit‘ was, kocht je zoiets niet. ’A commercial failure‘, zoals Wikipedia over de Yes zegt. Ik vond het allemaal maar een beetje raar.