Your cart is currently empty!
Over vijf jaar zit rijbeleving auto bijna helemaal in software
Dat de TUE en Fontys een nieuw automotive-cluster hebben zonder elektronica en informatica, dat vindt Carlo van de Weijer echt van den zotte. Als IT over vijf jaar voor driekwart de toegevoegde waarde van een auto bepaalt, dan moet je daar juist op inzetten, zegt de sitemanager van Siemens VDO Automotive in Eindhoven. Digitale signaalverwerking noemt hij als een van de kenniszwaartepunten die de regio moet uitbouwen. ’We moeten het werktuigbouwkundedenkpatroon uit automotive zien te krijgen.‘ Nadat Carlo van de Weijer anderhalf uur heeft gepraat over de uitdagingen in technische software en elektronica voor automotive dringt de vraag zich vanzelf op: zijn er over dertig jaar nog volledig functionele oldtimers uit 2005? We zijn het interview begonnen met zijn Peugeot 404, de eerste auto die hij kocht, en waarin hij nog steeds toert. ’Helemaal gerestaureerd tot op het laatste schroefje.‘
De sitemanager van Siemens VDO Automotive in Eindhoven hoeft er niet lang over na te denken. ’Dat zal over zijn. Mijn Peugeot zal het over dertig jaar misschien nog doen, maar de nieuwe auto die mijn zoon koopt zal de oldtimerstatus niet halen. Er worden geen auto‘s meer gerestaureerd van deze tijd. Das war einmal. Auto‘s kun je misschien rijdend houden met andere onderstellen of componenten, maar de elektronicaonderdelen zullen niet meer 100 procent verkrijgbaar zijn. Nu zijn die nog acht jaar leverbaar. Laat het vijftien jaar zijn, dan is het wel op.‘
Van de Weijer studeerde werktuigbouwkunde in Eindhoven. Hij deed er onder meer een haalbaarheidsstudie voor hybride voertuigen. Promoveren trok, maar de jonge automotive-technicus kreeg een aanbod van TNO, dat in Delft een nieuwe researchgroep opzette voor hybride aandrijftechniek. Van de Weijer greep die kans en kreeg daarnaast de mogelijkheid om te promoveren. Dat deed hij zeven jaar later aan de universiteit van Graz. Daarna was hij bij TNO nog drie jaar divisiehoofd powertrains.