Reading time: 7 minutes
Author:
Vorig jaar kocht het industrieconglomeraat Emerson ‘s werelds grootste fabrikant van embedded computers, Motorola Embedded Communications Computing (ECC). Eric Gauthier van Emerson Network Power geeft ons een korte update.
Tijdens een rondje Europa maakt Eric Gauthier even tijd voor een kleine update over Motorola‘s voormalige embedded-computeractiviteiten. Die business ging vorig jaar voor 350 miljoen dollar naar Emerson. Motorola‘s divisie Embedded Communications Computing (ECC) is sindsdien onderdeel van Emerson Network Power, een groep met een productpalet van voedingen tot systemen voor data- en telecom. Embedded computers zijn hier wellicht minder zichtbaar dan bij Motorola, maar deze groep is nog steeds de wereldmarktleider in ingebedde hardware.
Eric Gauthier ontvangt in de nieuwe behuizing van gastheer Acal Technology – de distributeur schoof een deur verder op op het bedrijventerrein aan de Luchthavenweg in Eindhoven. Acal heeft sinds begin dit jaar Emersons embedded computers in zijn portefeuille.
Gauthier is wereldwijd verkoopdirecteur voor Emerson Network Power‘s Embedded Computing-business en is gepokt en gemazeld in het vak. Na zijn studie computerengineering aan Northeastern University ging hij bij Dec aan de slag. Hij werkte er als software-engineer aan realtime devicedrivers en de ontwikkeling van besturingssystemen zoals VMS en Ultrix.
Na de overname door Compaq kwam het stuk waarin hij werkzaam was in handen van Force Computers. Solectron nam Force in 1996 over en verkocht het in 2004 door aan Motorola. Zo maakte Gauthier een groot deel van de consolidatieslag in de embedded-computermarkt mee. Naast Force kocht VME-gigant Motorola onder meer Prolog, Paceline, Netplane en Blue Wave Systems.
Hij is een van die Amerikanen zoals je ze vaak ziet op zijn niveau: vriendelijk, goede sociale babbel, heftig reisschema, maar geen spoortje van een jetlag, behulpzaam bij het nemen van foto‘s en diplomatiek. Zeer diplomatiek. Hij gaat niet in op de andere bezoekjes die hij in de regio Eindhoven heeft gemaakt. Maar Gauthier heeft daarnaast ook on-Amerikaanse trekjes. Hij spreek vloeiend Duits, omdat hij zeven jaar voor Motorola in München werkte en kan zich daarnaast uitstekend redden in het Spaans.
Wat de embedded-computermarkt betreft, lijkt er nog volop ruimte voor consolidatie. Onlangs bracht Kontron op Embedded World een aardig lijstje naar buiten met daarin de grootste spelers. Emerson stond in Kontrons ranglijst op de eerste plaats met een omzet van 650 miljoen dollar in 2007. Zelf plaatste het Duitse bedrijf zich op een gedeelde tweede plaats met General Electric, beide met een omzet van 600 miljoen dollar (gerekend na de overname van Thales Computers door Kontron). Volgens Kontron staan Advantech, Radisys en Mercury op plaats vier tot zes met omzetten van respectievelijk 510, 300 en 190 miljoen dollar.
Samen bedienen deze zes bijna de helft van een markt die in totaal 5,7 miljard dollar groot is. Dertig kleine spelers delen de rest. Maar een nog veel groter deel gaat om in embedded hardware die fabrikanten zelf ontwikkelen. Die koek is in totaal zo‘n 24 miljard dollar groot. Niet voor niets zeggen alle embedded-computerleveranciers dat de rek vooral zit in het overhalen van bedrijven om te gaan werken met open standaarden.
Militairen
Nog even terug naar Motorola ECC. Dat maakte in 2006 nog een omzet van 520 miljoen dollar. Dat de divisie met 350 miljoen een koopje was voor Emerson, daarin gaat Gauthier niet mee. ’Je moet ook de economische omstandigheden meerekenen‘, zegt hij. Voor de koop van Motorola ECC had Emerson slechts één aquisitie gedaan op het gebied van embedded computers, namelijk Artesyn. ’Emerson realiseerde zich dat de trend naar meer outsourcing en zijn expertise in voedingen nog meer strategische investeringen in embedded computers rechtvaardigden. Het was win-win. Embedded computers was geen core meer, Motorola wilde het kwijt en Emerson had interesse.‘
Binnen het grote Emerson krijgt de embedded-hardwarebusiness volgens hem veel meer kans zich te richten op industriële toepassingen. ’Bij Motorola waren we primair gefocust op telecom. Nu gaat het echt om embedded computing. Onze producten gaan nu naar vele andere markten. Je zou kunnen zeggen dat we bij Emerson weer de kans krijgen om naar onze wortels te gaan.‘ Gauthier bedoelt hiermee dat Emerson zich richt op het leveren van ingebedde computerkracht voor vele markten. Militair, gaming, medische apparatuur, industriële automatisering, alles wat rekenkracht gebruikt.‘
AdvancedTCA, een van de standaarden uit de telecom, lijkt nu echter ook door te dringen in andere markten zoals defensie en de machinebouw. Zo heeft ASML al laten doorschemeren dat het AdvancedTCA op zijn roadmap heeft gezet om komende generaties steppers mee te besturen. Emerson komt in de industriële markt vooral Kontron en General Electric tegen.
Emerson en Kontron introduceerden beide geïntegreerde 19 inch MicroTCA-systemen voor AdvancedMC-modules. De hardwareleveranciers kleedden het geavanceerde hardwareplatform voor telecom zo veel mogelijk uit en maakten het geschikt voor industriële toepassingen waar rekenkracht, hoge doorvoer en snelle reactietijden belangrijk zijn. Om de aanschafkosten voor industriële toepassingen te drukken, zijn een aantal zaken weggelaten die voor de industriële markten overbodig zijn. Zo kan een industrieel systeem met een eenvoudige voeding toe en is de MicroTCA Carrier Hub-functionaliteit (MCH, een managementlaag voor TCA) voor industriële toepassingen meestal overbodig. Kontron claimde met deze ingrepen de prijs van MicroTCA-systemen tot een derde te hebben teruggebracht.
Emersons MicroTCA-platform heet Centellis. ’Het is een zeer goedkoop platform. We leveren het in 19 inch en in een kleiner formaat. De Centellis 500 met kleinere afmetingen heeft plaats voor minder sloten, maar heeft nog steeds de volledige specs voor telecom. We verkopen MicroTCA nu veel aan militairen die deze systemen gebruiken voor communicatie in oorlogsgebieden. Maar de medische industrie heeft ook zeer grote interesse en evalueert MicroTCA voor productietoepassingen‘, aldus Gauthier.
Open source
Gauthier moet een beetje lachen als we VME ter sprake brengen als grote melkkoe. ’Het is een stabiel product, we blijven erin investeren. VME is door Force en Motorola ontworpen en het is nog steeds een groeiende business voor ons. Het is matige groei, maar het is wel groei.‘ Dat komt, zegt hij, doordat het solide, bewezen technologie is. ’Het werkt en mensen zijn er blij mee. Het heeft een I/O-bus waarmee mensen vertrouwd zijn. Er is infrastructuur en er is een grote ontwikkelgemeenschap. Die mensen willen wel af en toe naar een nieuwe CPU verhuizen, maar ze willen hun framework behouden. Ook vanwege architectuurredenen kiezen bedrijven nu soms nog voor de bordspecificatie VME als nieuwe hardware. Het is verschillend van de systeemspecificatie MicroTCA.‘ Vooral in de software zitten de behoudende krachten. ’Bedrijven hebben vaak een grote hoeveelheid software. Ze willen terugwaarts compatibel zijn.‘
De verschuiving van gesloten ontwikkeling naar open hardware is nog volop aan de gang, zegt Gauthier. ’Die trend gaat door. Niet voor niets. Wij zijn de experts in hardware. Onze klanten zijn de experts in testsystemen, medische apparaten of telecomcentrales. Wij garanderen lange levenscycli en kunnen snel aanpassingen doen, zonder dat klanten R&D-kosten hebben. Het is gewoon een economische vraag. Mensen kijken naar de kosten van R&D. Hun time-to-market is cruciaal. Als ze zes maanden eerder op de markt kunnen komen, dan is dat belangrijker dan later tegen een lagere prijs in de hoop beter te concurreren.‘
In de telecomwereld drong die noodzaak pas in 2000 en verder goed door. ’Alle grote fabrikanten moesten standaardiseren. Ze moesten hergebruiken in plaats van steeds maar weer nieuwe hardware ontwikkelen. De groten hadden allemaal hun eigen specifieke hardware en software. Velen namen AdvancedTCA. In de hardware zat immers niet hun onderscheid.‘
Gauthier maakte de overstappen van gesloten systemen naar open hardware vele malen van dichtbij mee. Hij draait er niet omheen. ’Voor klanten is het een zware stap. Van intern naar extern design. Eerst heb je zelf alles onder controle, daarna moet je de controle loslaten.‘
Behalve dat vormt de apparatuur die klanten in de markt hebben staan en de bergen functionaliteit die ze in de vorm van software hebben liggen een forse barrière. ’Ze moeten een migratiepad aflopen naar nieuwe technologie. Vaak helpen wij bedrijven daarmee. Vaak veranderen ze het besturingssysteem van in-huis naar standaard. Maar daarna kunnen ze wel hun energie steken in zaken waarmee ze zich differentiëren.‘
Daarna is er een andere trend die voor Emerson wellicht leuk is, maar voor gevestigde spelers minder plezant. Door de lage drempel die open hardware biedt en de grote hoeveelheid beschikbare open-source software is de drempel om geavanceerde producten snel op de markt te brengen, verlaagd. Zeker in markten als datacommunicatie, videonetwerken of testen en meten krijgen kleine spelers door de beschikbaarheid van basistechnologie een kans. ’Een deel van de uitdaging voor onze klanten is dat er veel kleine bedrijven komen met goede softwaretoepassingen. Als je het over software hebt, dan gaat het om lange ontwikkelcycli. Er is daarbij een zeer sterke druk van nieuwe spelers omdat die zelf niet terugwaarts compatibel hoeven te zijn.‘
Emerson mag dan hardware leveren, de verschuiving naar meer functionaliteit in software raakt ook de R&D daar. De helft van de ontwerpers bij het bedrijf werkt aan softwaregerelateerde onderwerpen, voornamelijk aan het managed deel op laag IPMI-niveau en om de high availability-middleware op hoger niveau uit te buiten. ’High availability, betrouwbaarheid, foutherstel, het zijn allemaal zaken waarvan veel in software is vastgelegd. Daarom gaat momenteel meer dan de helft van ons R&D-budget naar softwareontwikkeling. Meer dan de helft van onze ontwerpers werkt aan software.‘
Onlangs gaf Emerson de op het Service Availability Forum gebaseerde hogebeschikbaarheidsmiddleware vrij als een open-sourceproject. Naast oprichters Emerson, HP en Nokia Siemens Networks zijn nu ook Ericsson, Huawei, Sun en Wind River aangeschoven. ’Veel bedrijven willen niet van hun in huis ontwikkelde middleware naar een proprietary middleware van een derde partij. Daarom hebben wij ervoor gekozen onze besturingsomgeving voor hoge beschikbaarheid als open-sourceproject (www.opensaf.org, RR) voort te zetten.‘
Het aantal klanten dat Linux gebruikt, ziet Gauthier sterk groeien. ’In elke markt. Meer dan de helft van de toepassingen draait momenteel op open source. Er is een aantal bedrijven met speciale eisen, zoals realtime respons vanwege de prestaties. Maar over de hele lijn is Linux-gebaseerde besturing een drijvende kracht doordat bedrijven van bedrijfseigen besturingssystemen afstappen.‘