Onderzoek naar slim opvangen stroompieken Antwerpse windturbines

De Universiteiten van Gent en Leuven gaan samen met de Vlaamse netbeheerder Eandis en adviesbureau Iminds onderzoek doen naar het omgaan met stroompieken van windturbines. Windmolens leveren doorgaans veel minder dan hun maximale vermogen; slechts tien procent van de tijd komen ze boven de 75 procent en de piek wordt maar een paar dagen per jaar bereikt. Het is daarom niet kosteneffectief om te investeren in de zware kabels die deze pieken aankunnen. De partners willen hier oplossingen voor ontwikkelen. Zes windturbines die volgend jaar in de Antwerpse haven gebouwd worden, zullen dienen als praktijktest.

De eerste mogelijkheid waar het project zich op richt, is om de wieken gewoon een beetje uit de wind te draaien wanneer het opgewekte vermogen een drempel overschrijdt. Daarvoor worden twee meetmethoden onder de loep genomen: direct de stroom bepalen, of de belasting herleiden uit de temperatuur van de kabels. De laatste methode heeft mogelijk het voordeel dat ondergrondse kabels niet zo snel opwarmen en daardoor meer belast kunnen worden voordat er moet worden ingegrepen.

Deze oplossing betekent echter dat de windturbines niet optimaal benut worden. Liever zien de projectpartners dat de piek lokaal wordt opgevangen door industriële gebruikers. Daarom zal in een latere fase van het project worden gewerkt aan een systeem om het stroomaanbod met behulp van het weerbericht te voorspellen en de overcapaciteit goedkoop aan te bieden. Hiervoor zijn de projectpartners op zoek naar grote elektriciteitsverbruikers in de haven van Antwerpen die hun verbruik even kunnen vervroegen of uitstellen.