Your cart is currently empty!
Niet liegen over nano
Nano-onderzoek staat al jaren in felle schijnwerpers, maar onderzoeker Jaime Gomez Rivas van het instituut voor Atoom- en Molecuulfysica blijft er nuchter onder. ’Er ligt geen roadmap klaar waarmee mijn nanodraadjes naar de markt kunnen. Dat soort voorspellingen blijken vaak pure leugens.‘
’Ruimte zat daar beneden‘, riep natuurkundige Richard Feynman uit in 1959, een tijd dat geen mens ooit van nanotechnologie had gehoord. Zijn visie om individuele atomen en moleculen te manipuleren tot nano-objecten vormde het officieuze startschot van het onderzoeksgebied. Officieus, omdat de geschiedschrijving 1981 aanwijst als het jaar waarin de nanotechnologie echt van start ging. Twee onderzoekers van IBM openden toen het bal met de uitvinding van de Scanning Tunneling Microscope (STM).
Gerd Binnig en Heinrich Rohrer ontdekten een manier om met een minuscuul naaldje een oppervlak af te tasten. Door de veranderingen in een stroompje tussen naald en oppervlak heel nauwkeurig bij te houden als functie van de positie, geeft de STM eigenlijk een tweedimensionale representatie van de elektronendichtheid aan het oppervlak. En belangrijker, ook van wat daarop ligt. Tegenwoordig ontwaart de techniek structuren met een resolutie kleiner dan 0,2 nanometer. Voor het eerst konden onderzoekers individuele objecten kleiner dan, pak hem beet, honderd nanometers ’zien‘. De implicaties die daaraan verbonden zijn, worden vaak aangedragen om de uitvinding van het nanotijdperk te rechtvaardigen.