Reading time: 5 minutes
Author:
In 1999 zetten ze in Delft een ic-designvestiging op voor National Semiconductor, in 2007 herhaalden ze dat trucje voor Maxim en in 2015 voor Mellanox. Nu durven Ruud Eschauzier en zijn kompanen eindelijk hun langgekoesterde droom na te jagen: een eigen bedrijf.
Klanten hebben ze nog niet, maar lol des te meer. Bits&Chips ontmoet de goedlachse Ruud Eschauzier en Nico van Rijn in de kantine van de Delftse faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Ze hebben het duidelijk erg naar hun zin op de vijftiende verdieping van het universitaire flatgebouw, waar ze kantoor houden met hun nieuwste avontuur: Delft Semiconductor, startup in analoog chipontwerp.
Samen met Henk de Graaf en Peter van der Hout zijn Eschauzier en Van Rijn afgelopen maart voor zichzelf begonnen. De vier zijn al zo’n twintig jaar directe collega’s: van 1999 tot 2007 bij National Semiconductor, van 2007 tot 2015 bij Maxim Integrated Products en van 2015 tot en met februari van dit jaar bij Mellanox, steeds in Delft. ‘Na het onverwachte ontslag bij Maxim hadden we het al in ons hoofd, maar hadden we nog koudwatervrees’, vertelt Eschauzier. ‘Na Mellanox zijn we er gewoon voor gegaan.’
Zolang ze nog geen klanten hebben, drijven ze op de afkoopsom van Mellanox. ‘Maar we hebben een aantal heel vergevorderde contacten. Dit jaar hebben we zeker onze eerste klant binnen’, zegt Eschauzier. ‘We beginnen heel laagdrempelig met designservices, om de inkomsten op gang te brengen. Ondertussen zijn we samen met de Delftse hoogleraar Kofi Makinwa pro bono een aantal onderzoeksprojecten aan het definiëren waarbij we eigen ip kunnen opbouwen. Het einddoel is eigen producten.’

Verrassing
De geschiedenis van Eschauzier en Van Rijn begint al eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Beiden lopen dan rond bij elektrotechniek in Delft, de eerste als student en later promovendus, de tweede alleen voor zijn master. Veel contact hebben ze op dat moment nog niet. Dat verandert als ze in 1996 klaar zijn en ze allebei op advies van hoogleraar Han Huijsing naar de VS trekken en aan de slag gaan bij Philips in Sunnyvale, het voormalige Signetics. Daar komen ze in twee cubicles naast elkaar terecht.
In Amerika bekwamen de buren zich verder in de stiel die ze op de universiteit hebben geleerd: het ontwerp van analoge elektronica. ‘Wij zaten daar in de automotivegroep van Philips. Als eerste project werkten we aan snelheidsmeters voor Ford’, kijkt Eschauzier terug. ‘Bij die groep heb ik twee jaar gezeten en toen nog een jaar bij de wirelessgroep. Nico is bij automotive gebleven.’
In 1998 stappen Eschauzier en Van Rijn met zijn tweeën over naar National Semiconductor (tegenwoordig Texas Instruments). Dat wilde uitbreiden met een designcentrum in Delft en zag in hen de ideale personen om dat op te zetten. Na eerst nog een jaar bij National in de VS keren ze terug naar Nederland. Daar storten ze zich in het nieuwe designcentrum op analoge standaardproducten: opamps en comparators, maar ook audiosubsystemen en laserdiodedrivers voor dvd en blu-ray.
In 2007 meldt Maxim zich. ‘In Amerika hadden we daar ooit gesolliciteerd en ze waren ons niet vergeten. Of we voor hen ook zo’n designcentrum konden starten in Delft. Nou, dat leek ons wel leuk’, lacht Eschauzier. ‘We zijn toen overgestapt, hebben dat centrum opgezet en zijn daar opamps gaan ontwerpen. Met veel succes: als je nu op de Maxim-website kijkt naar het lijstje van best verkopende operationele versterkers, dan zijn de eerste veertig allemaal van ons.’
Het einde in januari 2015 komt dan ook als een complete verrassing. ‘Goed, de markt was veranderd. De bomen groeiden niet meer tot in de hemel, de aandeelhouders roerden zich en er was consolidatie alom. Ook van onze ambitie om te groeien, was niet veel terechtgekomen. We waren nog steeds maar met zijn vijven, maar we waren superwinstgevend. Dus toen DHL ineens voor de deur stond met onze ontslagbrieven, was het vijf minuten helemaal stil’, herinnert Eschauzier zich. ‘Maxim had besloten om te centraliseren en alle kleinere designcentra te sluiten, ongeacht hun prestaties.’
Geen verrassing
‘Omdat het zo’n verrassing was, hadden we geen plan B’, geeft Eschauzier toe. ‘Toen is eigenlijk het idee ontstaan om voor onszelf te beginnen. Met zijn vijven waren we een geoliede machine geworden: Henk, Nico en ik voor het design, Chris Voerman voor de lay-out en Peter voor het labwerk. Dat wilden we in stand houden.’
Om opdrachten binnen te halen, benaderen de vijf via Linkedin de snelst groeiende semiconbedrijven. Zo komen ze terecht bij Mellanox, een Israëlisch bedrijf dat apparatuur maakt voor datacentra. ‘Maar zij wilden ons niet inhuren, zij wilden ons als werknemers. In plaats van een eigen bedrijfje zijn we in Delft een designcentrum voor hen begonnen.’
In juni van 2015 duikt de nieuwe vestiging van Mellanox in de optische interconnects. ‘In de stekkertjes aan die kabels zit een module voor de conversie van optische signalen naar elektrische en andersom, op 100, 200 en zelfs 400 gigabit per seconde. Daar hebben wij de chips voor ontworpen’, legt Eschauzier uit. ‘Zo’n chip leest de fotodiode uit, stuurt de laserdiode aan, managet het energieverbruik en monitort onder meer de spanning en de temperatuur.’
Begin dit jaar trekt Mellanox echter de stekker eruit. Eschauzier: ‘Een activistische aandeelhouder wilde dat het bedrijf zich ging focussen op zijn kern, en dat waren niet de optische interconnects. We hoorden het in januari en in maart stonden we op straat. Dit einde was veel minder een verrassing. De twee jaar dat wij onderdeel zijn geweest van die groep is er niks uit gekomen. Dan weet je dat het niet lang kan duren.’
Waar Eschauzier na Maxim in de stress zat over zijn gezin en zijn hypotheek, voelt het dit keer heel anders. ‘We hebben allemaal de overtuiging: nu gaan we onze droom volgen en het voor onszelf doen. Onlangs kregen we weer een aanbod om te beginnen voor een ander bedrijf, zoals destijds van Mellanox, maar dat hebben we resoluut afgeslagen. We hebben er vertrouwen in dat het gaat lukken op eigen benen.’
Nog geen handtekening
Delft Semiconductor is op dit moment vier man sterk. ‘Chris de lay-outer moest al eerder weg bij Mellanox, maar die wil zich ook weer aansluiten; we willen gewoon met zijn vijven verder’, verklaart Eschauzier. ‘In eerste instantie gaan we onze uren verkopen. Daar heb je weinig investeringen voor nodig. Wel klanten. Daarvoor zijn we nu weer bedrijven aan het benaderen.’
Ze hebben dus nog geen opdrachten binnengesleept, maar de vooruitzichten zijn veelbelovend, aldus Eschauzier. ‘Ons doel is om partnerships op te zetten met klanten, waarbij wij een integraal onderdeel zijn van hun ontwikkelteam. We praten nu met partijen in Duitsland, België en Amerika. Zelfs weer met Maxim. We zijn heel dichtbij, maar we hebben nog geen handtekening. Dat we van Kofi tijdelijk op de universiteit mogen zitten, helpt wel enorm. Behalve dat we met hem samenwerken, zijn we in contact met verschillende bedrijven die niet alleen met ons aan de slag willen, maar die ook langetermijnresearch willen gaan doen met de tu.’
Eschauzier maakt zich geen zorgen. ‘De vorige keer waren we twee weken bezig bij Mellanox toen een van onze droomklanten bij ons kwam met een enorme opdracht. Moesten we nee zeggen, want we waren in dienst. Dat was al een teken dat we gewoon geduld moeten hebben.