Opinie

Micro-elektronica naar het bejaardenhuis?

Joachim Burghartz is wetenschappelijk directeur van Dimes.

Leestijd: 2 minuten

De International Electron Devices Meeting (IEDM) vierde afgelopen december in San Francisco zijn vijftigste verjaardag. Een onderwerp: de toekomst van de micro-elektronica. De boodschap was eenvoudig. We hebben nu zo‘n veertig jaar genoten van technologische vooruitgang, gedreven door de wet van Moore. Maar de fysische grenzen van de CMOS-technologie komen dichtbij. Gelukkig is er voor de micro-elektronica nog plaats in het Verre Oosten, en gelukkig hebben we in het Westen de nano-elektronica ontdekt. Wij gaan microprocessoren en geheugenchips ontwikkelen op basis van nanobuizen, nanodraden en moleculaire elektronica. Deze nieuwe richtingen kwamen in een aparte sessie aan de orde. De zaal zat barstensvol.

In tegenstelling met het bovenstaande constateerden Motorola-topman Lou Parillo (ooit pionier op Bell Labs) en hoogleraar Hiroshi Iwaai (Toshiba-pionier) in hun keynotes dat CMOS-technologie de micro-elektronica altijd zal blijven domineren.

De wereld zit niet zo eenvoudig in elkaar, maakte een selectie sleutelpublicaties uit de geschiedenis van IEDM duidelijk. Zo waren er tien jaar na de ontdekking van de transistor nog steeds meer papers over radiobuizen dan over siliciumschakelaars. En in de jaren zeventig en tachtig speelde bipolaire technologie een net zo grote rol als CMOS. In de vroege jaren zeventig had je met I2L zelfs een complementaire bipolaire technologie, die bij een lager vermogen werkte dan de concurrerende NMOS-technologie. I2L verdween echter snel met de opkomst van CMOS.

This article is exclusively available to premium members of Bits&Chips. Already a premium member? Please log in. Not yet a premium member? Become one and enjoy all the benefits.

Login

Related content