Indes tapt Rhapsody uit Duits vaatje

Reading time: 3 minutes

Author:

Rhapsody van IBM Rational en de RFX-toevoegingen van het Duitse Willert bieden samen een krachtig platform om UML-gebaseerd embedded toepassingen te ontwikkelen. Sinds kort levert distributeur Indes-IDS beide pakketten via Willert. Daardoor kunnen klanten beter ondersteund worden, legt eigenaar Gerard Fianen uit.

Het is eigenlijk wel een beetje een raar verhaal, moet ook Gerard Fianen toegeven. Zijn bedrijf Indes-IDS distribueert als IBM Rational-partner al jaren de Rhapsody-tooling in de Benelux. Maar sinds kort levert het precies dezelfde tooling via een andere partner: het Duitse Willert Software.

Rhapsody is de tooling van IBM Rational – de softwaregereedschappentak van Big Blue – voor UML-gebaseerd ontwikkelen van embedded systemen. Het product vindt zijn oorsprong in de jaren negentig. Veel bedrijven waren toen bezig met UML-gereedschappen, maar die waren meestal niet bedoeld voor codegeneratie en al helemaal niet voor de veeleisende code van embedded systemen. Het kleine bedrijfje I-Logix wierp zich vol overgave op deze niche en ontwikkelde Rhapsody als UML-tool waarbij embedded-codegeneratie centraal stond. Het product was zo succesvol dat het Zweedse Telelogic, een van de twee grote UML-spelers destijds, het bedrijfje in 2006 overnam. Lang duurde dat niet; het jaar erop werd heel Telelogic opgeslokt door de andere grote UML-speler: IBM Rational.

Indes-eigenaar Gerard Fianen ziet een hernieuwde interesse in de embedded-industrie voor modelgebaseerd ontwikkelen.

Fianen maakte het allemaal van dichtbij mee. Indes was al sinds I-Logix distributeur in de Benelux, en met het bedrijf ging ook het distributeursnetwerk over naar Telelogic en daarna IBM Rational. Met de twee overnames merkte hij grote veranderingen in de bedrijfsvoering. Was Rhapsody bij I-Logix het kroonjuweel voor de embedded-markt, bij Telelogic en daarna IBM werd de software een relatief klein onderdeel van een veel breder productportfolio voor softwareontwikkeling; beide bedrijven hadden al een uitgebreid aanbod uiteenlopend van requirements-, change- en configuratiemanagement tot aan UML-modelleringtools voor grote enterprise-toepassingen.

Een bedrijf met de omvang van IBM is van nature ook veel meer gericht op de grote spelers. Voor de kleinere en de zeer specialistische embedded-spelers leunt IBM Rational daarom sterk op zijn distributeursnetwerk. Maar ook voor de grote Rhapsody-klanten kan de ondersteuning beter, vindt Fianen.

Complex

Willert is wereldwijd de grootste IBM Rational-partner. ‘Dat bedrijf heeft een aantal dingen ontwikkeld die op Rhapsody aansluiten, de RXF-toevoegingen. Daarin zitten onder meer extra codegeneratieplatforms en RTos-koppelingen waarmee de gegenereerde code integreert’, vertelt Fianen. Met dit totaalpakket rekent Willert een indrukwekkende lijst van grote Duitse bedrijven tot zijn klantenkring, onder meer Bosch Rexroth, Siemens en Volkswagen.

Maar de toevoegingen zijn ook populair buiten Duitsland, waar Willert niet direct actief is. Het bedrijf heeft dus zelf ook weer een netwerk van distributeurs. Waaronder Indes. ‘In het verleden kocht ik Rhapsody bij IBM en RXF bij Willert’, zegt Fianen.

Sinds kort pakt hij het echter anders aan. In plaats van twee losse pakketten neemt Indes voortaan het totaalpakket van Rhapsody en RXF af bij zijn Duitse partner. ‘Waarom? Dan krijg ik alles er gelijk bij en het is gek genoeg zelfs nog wat goedkoper ook’, legt Fianen uit. Hij heeft het een beetje afgekeken in Oostenrijk en Zwitserland, waar de distributie precies zo gaat. IBM heeft het model gewoon opgenomen in zijn verkooporganisatie en Indes kan als businesspartner bijvoorbeeld ook tools als Doors leveren.

Het grote voordeel van dit veranderende model is echter dat Indes betere support en klantspecifieke training kan aanbieden. ‘Rhapsody is zo complex dat je eigenlijk zowel telefonisch als op locatie ondersteuning moet leveren, maar in het oude model stond dat onder druk. Via Willert heb ik een hogere marge en ik kan ik meer support doen. Sterker nog: als een klant ons niet belt in de eerste weken na de installatie, ga ik hem bellen want dan weet ik dat het nog niet goed wordt gebruikt.’

De constructie met Willert komt op een uitgelezen moment, want Fianen merkt dat de aandacht voor modelgebaseerd ontwikkelen in embedded wederom toeneemt. ‘Bedrijven realiseren zich steeds meer dat ze hun product jaren, misschien wel twintig jaar moeten onderhouden. Daarvoor is het opzetten van een gedegen ontwikkelproces nodig met requirementsengineering, communicatie tussen ontwikkelteams, gedetailleerde documentatie, enzovoorts. En dan wordt het ineens interessant om het modelgebaseerd te gaan doen. Dan kun je op een hoger niveau werken en je code komt er voor een groot deel automatisch uit. Het speelt natuurlijk al lang, maar ik zie nu echt weer een duidelijke trend in die richting.’