Imec vooral goed voor Amerikaanse multinationals

In een interview met het Belgische financieel-economische weekblad Trends geeft Rudy Aernoudt, gewezen topman van de afdeling Economie, Wetenschap en Innovatie, een kritische kijk op de toekomst van het Leuvense micro-elektronicacentrum Imec. ’Een van onze pareltjes‘ noemt hij Imec, gezien de omzet van 226,9 miljoen euro, een winst van 17,5 miljoen en de 1489 werknemers, waarvan 35 procent buitenlander (cijfers van 2006). ’Op het moment dat Imec werd opgericht, hadden wij bijna niets van nanotechnologie.‘

Het micro-elektronicacentrum heeft veel van zijn succes te danken aan de Vlaamse overheid. Die investeerde 35,6 miljoen euro in 2006, 15,7 procent van het budget. Zonder subsidies was Imec er volgens Aernoudt nooit geweest. De toekomst is ook niet rooskleurig: hoewel Imec winst maakt, wegen de investeringen door. De liquiditeitsratio daalde tussen 2004 en 2006 van 0,91 naar 0,61, terwijl dat bij een gezonde onderneming boven 1 moet liggen. Imec zit dus aan de bodem van zijn kas en Trends stelt zich de vraag wat er moet gebeuren als Imec ergens tussen 2010 en 2013 een nieuwe fab moet bouwen.

Elke vijf jaar bekijkt de Vlaamse overheid opnieuw zijn beheersovereenkomst met Imec. Een team van experts gaf vorig jaar zijn opvatting in een peer review en verwachtte toen dat Imec nog ongeveer tien jaar kan doorgaan met nano-onderzoek in zijn huidige vorm. Imec werkt nu in zijn grootste afdeling Silicon Process & Device Technology (SPDT) aan 32 en 22 nanometer, maar om vooruitgang te blijven boeken zijn er nieuwe technieken en vooral nieuwe materialen nodig. Zo‘n technologieverschuiving is uiteraard een kans voor andere centra om de overhand te halen. De twee kleinere afdelingen van Imec, Nomadic Embedded Systems (NES) en Microsystems, Components & Packaging (MCP) missen volgens de experts een roadmap en focus, vooral MCP. De peer review stipt bovendien aan dat NES zich op het terrein van de systeemontwerpers begeeft en dat Imec daar competenties mist. Hun oordeel: ’Er is potentieel, maar er is nood aan visie en kritische massa. NES moet vijf jaar verder vooruitkijken.‘