Your cart is currently empty!
Frezen, schaven en mallen
Naast mijn werk als architect ben ik ook al jaren actief in de muziek. In eerste instantie als liefhebber, later ook als recensent en muzikant. Een tijdje geleden heb ik de volgende stap gezet en ben ik begonnen zelf een basgitaar te bouwen.
Van een afstand gezien lijkt dit eenvoudig. De architectuur van een elektrische basgitaar bestaat uit slechts drie componenten: een houten raamwerk bestaande uit een hals en een body (een massieve klankkast zeg maar), vier tot zes metalen snaren (er zijn ook negen- en elfsnarige bassen, maar laten we die exotische varianten even vergeten) en een of meer elektrische spoelen (elementen) die de trilling van de snaren omzetten in een signaal dat naar een versterker kan worden gestuurd.
Een bas is dus in zekere zin een precisie-instrument. De trilling van de snaren is alleen zuiver te krijgen voor onze muzikale oren als die snaren de juiste lengte en dikte hebben en middels stemmechanieken op de juiste spanning kunnen worden gebracht. Dit betekent dat het raamwerk van het instrument de juiste lengte moet hebben. Ook het resonerend vermogen van hals en body en de storingsgevoeligheid van de elementen hebben de nodige gevolgen voor de klank en de bespeelbaarheid van het eindresultaat.