EU: diensten in Nederland winnen terrein ten koste van hightech

De technologische component van de Nederlandse economie moet het afleggen tegen de dienstensector. De laatste heeft het afgelopen decennium aan terrein gewonnen, terwijl de zogenoemde medium- en hightechsectoren stilstand of achteruitgang lieten noteren. Dat staat in het Innovation Union Competitiveness Report 2011, een jaarlijkse inventarisatie van de Europese Commissie op het gebied van innovatie en kenniseconomie. EU-lidstaten hebben zich in Innovation Union, een onderdeel van het bredere hervormingsprogramma Europe 2020, gecommitteerd aan innovatiebevorderende maatregelen, zoals een R&D-uitgavenniveau van 3 procent van bnp.

Het rapport constateert dat indien de huidige trend doorzet, Nederland deze doelstelling niet gaat halen. In 2009 lag de R&D-intensiteit op 1,84 procent van bnp – hetzelfde niveau als 2000 – en daalde de afgelopen jaren. Het EU-gemiddelde lag op 2,01 procent en steeg voorafgaande jaren juist. De daling in Nederland komt uit de private hoek; het publieke aandeel is met 0,96 procent redelijk stabiel gebleven.

De Commissie tekent aan dat Nederland ondanks de matige cijfers op het financiële rapport nog altijd de strijd met de EU aankan wat betreft wetenschappelijke en technologische inventiviteit. Ze waarschuwt echter dat achterblijvende investeringen toekomstige economische groei in gevaar kunnen brengen.