Reading time: 4 minutes
Author:
Enea gaat de embedded Linux-distributies van Montavista aanbieden als onderdeel van een geïntegreerde softwarestack voor telecom. Het Network Application Services Platform (Nasp) is een hybride oplossing die de Zweedse RTOS‘en OSE en OSECK koppelt aan de open-source besturingssystemen uit het Californische San José. Met de krachtenbundeling openen de bedrijven de aanval op concurrent Wind River, dat al langer een heterogeen gedistribueerde architectuur aanbiedt.
Steeds meer telecomtoepassingen gebruiken Linux in de controlplane en een realtime softwaremotor op het dataniveau. ’We zien tegenwoordig heel veel van dat soort applicaties, bijvoorbeeld basisstations die zijn uitgerust met een grote DSP-farm waarop dan een bedrijfseigen RTOS draait‘, signaleert Enea-productmanager Mike Christofferson op Linuxdevices.com. ’Nasp biedt klanten de mogelijkheid om Linux en een realtime besturingssysteem van één partij te betrekken, met alle middlewareondersteuning die nodig is voor zulke hybride architecturen.‘
’Ook wij zien ondernemingen de overstap maken naar heterogene infrastructuren‘, aldus Paxton Cooper, productmarketingmanager van Montavista. ’Met Enea gaan we bekijken waar we kunnen optimaliseren en de performance kunnen verbeteren.‘ Bijkomend voordeel is dat de samenwerking zijn bedrijf direct toegang geeft tot de Zweedse klantenkring.
Eclipse
Nasp ondersteunt het OSE-RTOS, diens DSP-variant OSE Compact Kernel (OSECK) en een Linux-besturingssysteem dat in principe vrij te kiezen is. ’Niet iedereen wil Montavista, bijvoorbeeld omdat er al een andere distributie of een andere leverancier is‘, legt Christofferson uit. Bundeling met de Carrier Grade- en Pro-versies van Montavista Linux heeft wel de voorkeur. ’Wanneer klanten daarvoor gaan, garanderen wij dat de integratie grondig is getest.‘
De verschillende besturingsystemen knoopt Nasp aan elkaar met de Element-programmatuur van Enea. Dit high-availability middlewarepakket biedt services om de gedistribueerde applicaties te managen, de gezondheid van het geheel in de gaten te houden, de interprocescommunicatie (IPC) te synchroniseren en de systeemsoftware te upgraden. De realtime Polyhedra-database zorgt voor veilige, fouttolerante gegevensopslag.
Een andere belangrijke component is de IPC-stack Linx. Deze laat toepassingen op verschillende processoren of systemen en zelfs onder verschillende OS‘en naadloos samenwerken alsof ze op hetzelfde platform draaien. Voor OSE en OSECK is Linx commercieel beschikbaar, voor Linux komt Enea binnenkort met een versie onder een open-sourcelicentie. Overigens kan Nasp in theorie ook overweg met TIPC, een alternatieve IPC-technologie waarvan Wind River een groot voorstander is, maar die volgens de Zweden complexer, langzamer en minder schaalbaar is.
Applicatiebouwers hebben de beschikking over Eclipse-gebaseerde ontwikkelgereedschappen. Montavista biedt in zijn Linux-distributies al geruime tijd ondersteuning voor tools op basis van het open-source raamwerk, waaronder de eigen Dev-rocket-SDK. Enea is sinds begin vorige maand lid van het consortium. Bij zijn toetreden heeft het aangekondigd voor OSE een IDE te gaan ontwikkelen die gebruikmaakt van het C/C++ Development Tools (CDT) Project, een geïntegreerde ontwikkelomgeving voor het Eclipse-platform.
Fusie?
Montavista richt zich al een tijdje op Linux voor telecom. In 2002 kwam het bedrijf met zijn eerste Carrier Grade Linux (CGL)-product. Deze versie en de drie volgende generaties zijn terug te vinden in producten van onder meer Alcatel, Ericsson, Motorola, NEC, Nokia en Samsung. Daarnaast neemt Montavista deel aan de CGL-werkgroep van Open Source Development Labs (OSDL), waarmee het een van de drijvende krachten is achter de ontwikkeling van telecom-Linux.
Wind River was de eerste grote leverancier van een bedrijfseigen RTOS die het belang van Linux in telecom onderkende. Eind 2003 maakte de gigant uit het Californische Alameda bekend het open-source besturingssysteem te omarmen. Vervolgens ontwikkelde het zijn eigen CGL-distributie, het ’Platform for Network Equipment, Linux Edition‘.
Een paar maanden na Wind River zette ook Enea de stap naar Linux. In plaats van een eigen product in de markt te zetten, verkozen de Zweden de weg van de samenwerking. Twee jaar geleden gingen ze in zee met Metrowerks, waarmee ze een compleet ontwikkel- en OS-pakket uitbrachten voor ontwerpers van telecomapparatuur die Enea‘s RTOS‘en wilden combineren met Linux (Bits&Chips 8, 2004). Ondertussen is het Freescale-onderdeel zich echter volledig gaan toeleggen op het leveren van ondersteuning voor de processoren van het moederbedrijf.
Op zoek naar een nieuwe partner is Enea terechtgekomen bij Montavista, als value-added reseller. Onlangs staken geruchten de kop op dat de twee zelfs een fusie zouden overwegen. Mike Christofferson bezweert dit: ’Voor zover ik weet, lopen er alleen onderhandelingen over productsamenwerking.‘
Beschikbaar
Enea en Montavista positioneren Nasp als een kant-en-klare telecomoplossing, gericht op zowel handsets als infrastructuursystemen. Opvallend genoeg zijn beide bedrijven vooral sterk in het eerste segment, terwijl de kracht van Wind River juist meer op het tweede gebied ligt. De eerste telefoons met het Linux-platform uit Alameda moeten nog verschijnen, naar verwachting later dit jaar.
Een ander verschil tussen beide kampen is dat Montavista Linux op vrijwel elke processorarchitectuur draait. Daarentegen kan Wind Rivers software op dit moment alleen overweg met PowerPC en x86. Mips-ondersteuning volgt deze zomer.
Het Network Application Services Platform van Enea komt eveneens deze zomer beschikbaar. Prijzen beginnen bij 20 duizend dollar per zitje voor een jaarabonnement zonder de Element-middleware. Montavista Linux leveren de Zweden alleen aan bestaande klanten.
