‘Een goed techneut is vaak op zijn bek gegaan’

Reading time: 4 minutes

Author:

Hij mocht afgelopen november op de Precisiebeurs de Rien Koster Prijs in ontvangst nemen voor zijn ’oeuvre‘. Op zijn visitekaartje staat Chief Technical Optimist. Piet van Rens van onconventioneel ingenieursbureau Vision Dynamics loopt dan ook al heel wat jaartjes mee als mechanisch ontwerper. Hij heeft passie voor zijn vak en draagt dat graag op anderen over. Wie is Piet van Rens en waarom moeten we hem kennen?

Wanneer is je technische carrière begonnen?

Eigenlijk op de kleuterschool al. Maar het nam meer concrete vormen aan toen ik begon met werktuigbouwkunde aan de Technische Hogeschool Eindhoven. Dat is nu de TUE natuurlijk. Ik kwam daar voor mijn afstuderen bij Wim van der Hoek terecht, een buitengewoon inspirerend en innovatief man. Hij vond iedere drie minuten iets uit als het moest.‘

’Voor mijn afstuderen liep ik eerst nog stage bij het laboratorium voor ruimteonderzoek in Utrecht. Ik werkte daar aan een harde-röntgencollimator. Zo‘n ding onderscheidt verschillende hardheden – zeg maar kleuren – röntgenstralen afhankelijk van de plaats. Ons ontwerp was voor een Nasa-satelliet. Een collega maakte tijdens een vakantie in Canada eens van de gelegenheid gebruik om een congres te bezoeken. Daar stond iemand vol bewondering te spreken over ’dat fantastische Hollandse ontwerp‘. Hij zei de mechanische details niet te kennen, maar onder de indruk te zijn van de nauwkeurigheid. Achteraf heeft mijn collega hem natuurlijk wel even verteld hoe de vork echt in de steel zat.‘

Piet van Rens nam afgelopen november de Rien Koster Prijs in ontvangst op de Precisiebeurs.

’Waar ik trots op ben, is dat die collimator ervoor heeft gezorgd dat het zogenaamde statisch bepaald construeren zijn doorgang heeft gevonden bij Nasa. Die manier van ontwerpen heeft te maken met nadenken over welke bewegingen in een constructie moeten worden onderdrukt en welke juist niet.‘

’Ik ben uiteindelijk vier jaar blijven plakken in Utrecht. Afstuderen wilde er maar niet van komen. Ik was ook afhankelijk van het salaris dat ik kreeg omdat ik inmiddels vader was geworden. Wim van der Hoek heeft me toen naar zich toegetrokken en nam me mee naar Philips. Zodoende kon hij er zeker van zijn dat ik eens keertje afstudeerde. Hij liet als adviseur menig Philips-afdeling in verwarring achter en dan kon ik de volgende dag terugkomen om uit te leggen wat hij precies bedoelde. Ik was de best betaalde stagiaire van Philips.‘

Wat ben je na je studie gaan doen?

’Ik had natuurlijk allerlei fantastische ingangen bij Philips. Ik kon zo bij iedere directeur naar binnenlopen. Ik heb onder meer gewerkt aan beeldbuizen en CRT-monitoren. Rien Koster – de man van de prijs – vindt het verschrikkelijk, maar ik zeg altijd maar dat ik aan blik heb zitten knutselen. Ik hield me bezig met stijve constructies uit stukken blik maken. Nauwkeurigheid en zuiver construeren liepen daar altijd bij voorop.‘

Waarom ben je vorig jaar na een lange carrière bij Philips overgestapt naar Vision Dynamics?

’Het begon me tegen te staan dat je bij een groot bedrijf als Philips veel strafwerk moest gaan doen. Budgetten opstellen, werkbriefjes invullen, rapporten schrijven. Dat was vroeger anders. Ik hou daar niet van. Bovendien moet je altijd de aandeelhouder tevreden stellen. Als je iets voor 1,50 euro hier kan maken en 1,40 in China, dan ga je naar China. Want dat geeft de aandeelhouders weer een procentje of wat extra rendement. Dat is funest voor de maatschappij.‘

’Vision Dynamics heeft een hele andere cultuur die een sterke aantrekkingskracht op mij had. Bij VD verzamelen we met contractresearch geld in om nieuwe bedrijfjes op te zetten. Er is maar een persoon die zich niet meer direct met de techniek bemoeit en dat is de directeur. Nou ja, op de mevrouw van de catering na dan. En als je iets wilt doen, dan is er behalve je collega‘s maar een persoon die je hoeft te overtuigen: diezelfde directeur. En die zit een deur verder of tegenover je bij de lunch. Kom daar maar eens om bij grote bedrijven, waar je drie lagen management mag overtuigen. In die tijd hadden we het hele project al af kunnen hebben.‘

’Ik denk dat het ook belangrijk is dat je het gevoel hebt grip op je werk en organisatie te hebben. Als je dat niet hebt, krijg je stress. Dan verlies je ook betrokkenheid, nog zoiets belangrijks. In een kleine club als de onze zijn andere waarden belangrijk. Niet de vette winst, maar om het plezier om te ontwerpen en werkgelegenheid bieden vinden we belangrijk.‘

Je geeft ook les. Is dat uit idealistische overwegingen of ook omdat je het leuk vindt?

’Het is leuk én belangrijk. Ik geef een cursus Constructieprincipes bij het Mikrocentrum. Daarnaast krijgen een oud-Philips-collega en ik bij VD iedere week een avondje studenten Mechatronica van de Leidse Instrumentenmakerschool over de vloer. Die is ooit opgericht door de Leidse Nobelprijswinnaar Kamerlingh Onnes omdat hij mensen nodig had die instrumenten voor zijn laboratorium konden maken. En nog steeds is dat de beste technische school van Nederland. Die geven gewoon een goede opleiding en zeuren niet om een universitaire status.‘

’Wat we die jongens willen meegeven, is dat techniek en ontwerp een kwestie is van zowel boerenverstand als van rekenen. Het een kan niet zonder het ander. Je moet het kunnen toepassen. En dan nog ga je wel eens op je bek. Daar herken je een goed techneut aan, want die vindt het vak toch nog steeds leuk. En ik heb de leukste baan van Nederland, als je begrijpt wat ik bedoel.‘