Reading time: 2 minutes
Author:
Defensie, NLR en Thales gaan samen werken aan een systeem om militaire luchtbeeldinformatie snel en veilig te delen met civiele partners. Op het Air Operations Control Station (AOCS) in Nieuw-Milligen bij Apeldoorn maakt de Koninklijke Luchtmacht beelden waar een vliegtuig, luchtballon, helikopter of drone heel precies op te zien is. Zeer waardevol voor partners als de politie, de kustwacht, de veiligheidsregio en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Met de nieuwe Air Power Information Hub is deze informatie veilig uit te wisselen. Dit zorgt voor een completer beeld en verbetert de besluitvorming en uitvoering.
Doel van de samenwerking tussen Defensie, NLR en Thales is niet alleen om de technologie te ontwikkelen, maar ook om een prototype op te leveren en dat te demonstreren. De defensiespecialist uit Hengelo brengt hierbij zijn cybersecurityoplossing Martello in om informatie enkel te delen met de bevoegde veiligheidspartners. Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum verzorgt de inhoudelijke toepassing en de demo’s.
‘Er is een sterke urgentie en behoefte aan deze digitale informatie-uitwisseling om tot een gezamenlijk informatiebeeld te komen om beter en veiliger te werken’, legt Mike Balm van Thales uit. ‘AOCS Nieuw-Milligen zal met de Air Power Information Hub in staat zijn de regie te voeren in de informatiedeling, waarin het realtime bepaalt welke stakeholder, gedurende welke periode, welke informatie of welk informatiedeel mag krijgen. Informatie is zo nauwkeuriger en sneller over te dragen, te analyseren en om te zetten in acties bij veiligheidspartners.’
‘Voor het eerst zal een informatiehub worden ontwikkeld die realtime een digitale schakeling realiseert tussen militaire en civiele netwerken’, aldus Erik van Brunschot van NLR. ‘Dat betekent dat informatie van de Koninklijke Luchtmacht direct gedeeld wordt met betrokken diensten als politie en brandweer en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het verhogen van de veiligheid van het Nederlands luchtruim én grondgebied.’
