Your cart is currently empty!
De digitale cinemaprojector ontleed
In steeds meer bioscopen ziet het publiek beelden die afkomstig zijn uit een digitale projector. Deze bevat allerlei technische snufjes om aan de hoge eisen te kunnen voldoen die de filmmakers van tegenwoordig stellen. Tom Bert van Barco leidt ons door het apparaat, van lamp tot lens.
Sinds de eeuwwisseling maakt de bioscoopwereld een belangrijke verandering door. Meer dan honderd jaar was 35-mm-film de standaard, maar met de release van Star Wars Episode 1 in 1999 verschenen de eerste digitale projectoren in de theaters. Hoewel de overgang naar digitale cinema wat langer duurde dan verwacht, is het duidelijk dat we nu voorbij het omslagpunt zijn: eind vorig jaar had meer dan zeventig procent van de 120 duizend bioscoopzalen wereldwijd een digitale projector. Met een aandeel van bijna veertig procent is Barco marktleider in deze toestellen. Leuk om te weten is dat ook ‘s werelds helderste cinemaprojector bij ons vandaan komt.
Vergeleken met projectoren voor tv, vergaderruimtes en andere toepassingen hebben bioscoopsystemen enkele bijzondere kenmerken. Hun helderheid is bijvoorbeeld veel groter omdat ze oppervlakken moeten beschijnen van meer dan vijfhonderd vierkante meter. Om het publiek de beelden te kunnen tonen zoals de makers ze hebben bedoeld, moeten ze bovendien een heel hoge kleurnauwkeurigheid en -stabiliteit hebben, hun hele leven lang. Met draaitijden van vierduizend uur per jaar is het ook van belang dat de total cost of ownership binnen de perken blijft; elk procentje meer efficiency levert de exploitant honderden euro‘s besparing op. Ten slotte heeft contentbescherming een hoge prioriteit, aangezien de nieuwste films in de projector worden gedecodeerd.