Your cart is currently empty!
Chips op de pijnbank
Marcel Pelgrom van NXP Research wees er onlangs in zijn bijdrage ’Het tijdsgewricht‘ op dat rondom 45- en 32-nanometerchips drie productieclusters gaan ontstaan. Intel opereert zelfstandig en daarnaast is er een groep rond IBM en een rond TSMC. De huiscolumnist heeft er natuurlijk ook een verklaring voor: de IC-markt is onvoorspelbaar geworden en chipmakers kunnen de risico’s niet in hun eentje dragen. Zelfs bedrijven die miljarden omzetten houden het niet lang vol om een werkloze fab een verlies te laten draaien van enkele miljoenen euro‘s dag.
Zo ingrijpend is deze ontwikkeling, dat Pelgrom hem bestempelt als kantelpunt in de historische ontwikkeling van de halfgeleiderindustrie. Het zijn dus spannende tijden in de chipmakerij. De grenzen aan transistorschaling die zich aan de horizon aftekenen, maken het alleen maar spannender. Het aardige is dat elk chipproductiecluster bovendien ieder zijn eigen technologische weg lijkt in te slaan omdat ze elk een eigen achterban met eigen wensen bedienen. Ook dat constateerde Pelgrom: homogeniteit in de CMos-industrie is ver te zoeken.
In de afgelopen maanden waren daar een tweetal interessante voorbeelden van te zien. IBM, Intel en Texas Instruments hebben zich alle drie uitgelaten over de implementatie van zogenaamde hoge-k-materialen in de stuurelektrodes. Vooral IBM en Intel duikelden over elkaar heen om de primeur. Hoewel details maar mondjesmaat worden vrijgegeven, lijkt deze nieuwe technologie voornamelijk te steunen op hafniumgebaseerde oxides. Maar daarmee houdt alle gelijkenis op. De productieprocessen waarmee de drie ’kemphanen‘ hun 45-nanometerchips gaan produceren, verschilt behoorlijk.