ASML vergroot voorsprong op concurrenten

Marktonderzoekbureau The Information Network zegt dat ASML zijn aandeel op de lithografiemarkt in 2005 met 3 procentpunten heeft verhoogd naar 53,3 procent. In totaal gingen er voor 4,0 miljard euro aan lithografiemachines van de hand. Nikon had vorig jaar 30 procent van de markt, tegen 26,8 procent in 2004. In aantallen uitgedrukt verkocht Nikon echter het meeste, 36 procent, tegen 33,6 procent voor ASML. Dit laat zien dat Veldhoven de markt bedient met de hoogste toegevoegde waarde en de meest geavanceerde lithomachines.

ASML zelf zegt overigens dat zijn aandeel geen 53,3 procent, maar 58 procent is van de totale markt voor lithografische apparatuur. Het verschil zit ‘m waarschijnlijk in de tweedehands gereviseerde machines die de Veldhovense machinebouwer in zijn cijfers meeneemt. Een woordvoerder onderstreept dat dit het vierde opvolgende jaar is dat ASML marktleider is, gerekend in euro‘s. De gemiddelde waarde van de lithografische systemen nam fors toe. In aantallen werden er vorig jaar 6,4 procent minder machines verkocht, maar de gemiddelde verkoopprijs steeg met 18,5 procent. Robert Castellano van The Information Network: ’Door de groei in diep-UV-gebaseerde immersietools zal de gemiddelde verkoopprijs blijven stijgen. 193 nm-immersiemachines van ASML kosten 22 miljoen euro, tegen 17,6 miljoen euro voor droge 193 nm-machines.‘ De prijs voor immersiemachines zal volgens de analist in 2006 stijgen naar 22,9 miljoen euro. Overigens verklaarde topman Eric Meurice van ASML tijdens de presentatie van de jaarresultaten dat de prijzen van de Veldhovense immersiemachines in 2006 juist zullen dalen.

In stuks uitgedrukt was vorig jaar 40,3 procent van de wereldwijd verkochte machines uitgerust met een 248 nm-laser (46,2 procent in 2004). Verkopen van 193 nm-tools stegen van 14,3 procent in 2004 naar 23,1 procent van het totaal. De lithografiemarkt groeit in 2006 naar verwachting met 8 procent naar 4,4 miljard euro. Voor 2007 verwacht The Information Network zelfs een stijging van 27,5 procent naar 5,5 miljard euro.