ASML profiteert mee van succes Mapper

Reading time: 3 minutes

Author:

ASML en Mapper worden vaak als concurrenten voorgesteld, maar voorlopig hebben ze vooral gedeelde belangen.

Na het nieuws dat Mapper tachtig miljoen euro had opgehaald bij investeerders (zie kader) waren analisten en financiële media er als de kippen bij om te benadrukken dat het Delftse bedrijf voorlopig geen bedreiging vormt voor ASML. ’Introductie van nieuwe technologie kost in deze markt veel tijd. Het is niet mogelijk om vandaag op morgen direct impact te hebben‘, aldus Peter Olofsen van Kepler in de Telegraaf. Jos Versteeg van Theodoor Gilissen noemde de e-beamtechnologie uit Delft tegenover persbureau ANP zelfs een ’project voor de verre toekomst‘.

Aan de vergelijking tussen EUV en e-beam is blijkbaar niet te ontkomen, hoe graag CEO Bert Jan Kampherbeek van Mapper dat ook anders zou zien. Hij positioneert e-beam liever als op zichzelf staande litho-oplossing, die zich in bepaalde markten kan invechten, afhankelijk van het product (aantal chiplagen en maskers, complexiteit van de patronen), de markt (marges, volume) en de eigenschappen van de EUV- en e-beammachine (doorvoer) die ASML respectievelijk Mapper uiteindelijk weten te realiseren. Als directe concurrentie met EUV al aan de orde is, dan duurt dat nog minimaal tot het einde van het decennium.

In plaats van over bedreigingen te spreken, is het beter om de zegeningen aan te halen die Mapper voor ASML én de Nederlandse maakindustrie betekent.

Demcon ontwikkelde voor Mapper een waferpositioneringssysteem.

Knabbelen

ASML is druk doende om meer verantwoordelijkheden bij zijn leveranciers te leggen. Door naast productie ook R&D en ontwikkeling van (sub)modules uit te besteden, kunnen de Veldhovenaren hun handen vrijmaken voor kerncompetenties. Er mogen bovendien lagere doorlooptijden en kostenbesparingen van worden verwacht, terwijl toeleveranciers aan innovatief vermogen en slagkracht winnen, die zij ook voor andere klanten kunnen aanwenden. Voor ASML betekent dat stabielere partners, die een downturn in de halfgeleiderbusiness makkelijker kunnen doorstaan.

Mapper heeft het Veldhovense bedrijfsmodel grotendeels gekopieerd, en draagt dus bij aan de versterking van het Nederlandse hightech-ecosysteem, waar ook ASML op leunt. De Delftenaren beschouwen de ontwikkeling van hun elektronenkanon als corebusiness en hebben toeleveranciers ingeschakeld voor productie en ontwikkeling van ’de rest‘. Aan een datacorrectiesysteem en een waferstagemodule hebben bijvoorbeeld Technolution respectievelijk Demcon een interessante business. Beide bedrijven werken zonder problemen ook voor ASML.

De uitbreiding van farm-out (in de gebruikelijke terminologie) of virtuele integratie (in de terminologie van ASML) is bovendien geen gemakkelijk proces. Bij OEM‘s schrikken managers ervoor terug om taken uit handen te geven, uit angst voor vertragingen of door een gevoel van trots. Toeleveranciers op hun beurt kunnen niet van de ene op de andere dag alles doen dat ASML van hen vraagt. Ze moeten nieuwe afdelingen opzetten, geschikte mensen vinden en leren hoe zij hun bedrijfsprocessen moeten inrichten.

Hoe meer bedrijven het voorbeeld van ASML volgen, hoe sneller toeleveranciers kunnen lopen. Met de transitie naar 450 millimeter wafers en de volgende generatie EUV voor de deur kan ASML voorlopig alleen maar blij zijn met het succes van Mapper. En mochten de Delftenaren aan het Veldhovense marktaandeel gaan knabbelen, dan ligt er – ondanks stellige uitspraken van tegenovergestelde strekking vorig jaar – vast een plan B klaar.

Bert Jan Kampherbeek verzorgt op 8 november de keynote op Bits&Chips 2012 Embedded Systems. Hij zal daarbij ook ingaan op de rol die hij Mapper toedicht in het Nederlandse ecosysteem.