Your cart is currently empty!
Architectuurviews bieden scherpere blik op integrale systeembouw
Grotere embedded systemen zijn zeer moeilijk om te maken. Niet alleen omdat de software moeilijk is, maar vaak omdat systemen fysiek ook interacteren met elkaar en de fysieke omgeving. Toch zien we juist dáár vaak een houding van ’dat knopen we wel even aan elkaar‘, zonder dat er vooraf goed wordt nagedacht over de consequenties. In dit artikel laten Sander van den Berg en Jaap van Ekris van DNV zien dat er grenzen zitten aan dit denken, en dat we beter moeten én kunnen.
Embedded software heeft een gigantische ontwikkeling meegemaakt: hadden we vroeger alleen het relais, nu hebben we PLC‘s die vele desktops achter zich laten. Dit opent grote mogelijkheden voor betere systemen en stelt ons zelfs in staat dingen te besturen waar de mens niet meer toe in staat is. Sommige schepen en vliegtuigen zijn bijvoorbeeld niet meer zonder tussenkomst van een computer te besturen omdat de benodigde reactietijd en beslissingscomplexiteit niet meer door mensen geleverd kunnen worden, hoe goed geselecteerd ook.
Wat we ook zien, is dat er een noodzaak ontstaat tot integratie. Vanuit technisch oogpunt is het nodig deelsystemen te integreren om te voorkomen dat deze beslissingen nemen die het hele systeem schaden. Daarnaast is integratie ook wenselijk vanuit de ergonomie: veel gescheiden systemen leiden tot vele (losstaande) interfaces, wat zeer omslachtige besturingen oplevert en een verlammende werking heeft op de besluitvaardigheid bij échte problemen. Een voorbeeld is een Noors passagiersschip dat 28 beeldschermen op zijn redelijk kleine brug had staan voor de primaire besturing. Elk systeem had zijn eigen interface en alarmering. Als er echt wat gebeurt, weet je als bestuurder niet waar je moet kijken en ingrijpen.