Author:
Reading time: 4 minutes
Volgens Kees van Hee, decaan van de faculteit Wiskunde en Informatica aan de Eindhovense universiteit moet het niet moeilijk zijn om een mensachtige afstandbestuurbare robot te bouwen. Zo‘n apparaat kan een nieuwe industriële revolutie ontketenen. Van Hee deed zijn uitspraken op de maandelijkse lezingenreeks Super Tuesday van de TU Eindhoven, die deze keer op afstand bestuurbare robots, ofwel teleoperations, als onderwerp had. Teleoperations is ook het geestelijk kindje van Van Hee, die er op de themadag een vurig pleidooi voor hield. Zoals hij zelf zei ’niet gehinderd door enige kennis‘.
Veel meer dan twee handjes op een onderstel van 1,80 meter is er mechanisch gezien niet nodig voor een teleoperationsrobot. De software hoeft niet autonoom te zijn, dus ook daar liggen volgens Van Hee geen onoverkomelijke bezwaren. Een dergelijk systeem zou universeel inzetbaar zijn voor allerhande toepassingen en daarom economisch aantrekkelijk. Onderhoudsmedewerkers zouden veel goedkoper op afstand kunnen werken. In de visie van de decaan heeft een bedrijf een universele robot in de bezemkast staan. Gaat er een printeronderdeel stuk? De printerfabrikant repareert het op afstand. Moeten de lampen vervangen worden? Het verantwoordelijke bedrijf zet vanuit zijn thuisbasis de universele robot in.
Je kunt ook denken aan lagelonenproductie zonder de regie uit handen te geven, zo stelde Van Hee. Een Chinees of Indiër kan best vanuit zijn eigen land hier schoenenlappen, garnalen pellen of wafers laden. Een aantrekkelijk idee voor hen die vrezen dat R&D de productie volgt.
Afstandbestuurbare mechanica heeft nog meer potentiële voordelen, zo betoogde Van Hee. De technologie kan bewegingen vergroten of verkleinen en werken op plaatsen waar mensen niet kunnen of willen komen. Ook kan de techniek een beweging kopiëren en lopendebandwerk versnellen. Van Hee riep daarom op tot een ruim gedragen onderzoeksprogramma met de technologieleveranciers en -afnemers om dit idee te verwezenlijken.
Teleoperatiekamer
Naast het hardop dromen kwamen er op de Super Tuesday ook toepassingen aan bod die meer met beide benen op de grond staan, zei het alleen figuurlijk in het geval van Arno Wielders. De ruimtevaartconsultant van Space Horizon vertelde over de toepassingen van teleoperaties in de ruimtevaart. Volgens hem eerder een noodzakelijk kwaad dan een werkelijke deugd. De Marsrobots Spirit en Opportunity kunnen bijvoorbeeld steeds enkele meters rijden voordat ze weer nieuwe foto‘s naar Aarde moeten zenden en wachten op een commando van de thuisplaneet. De signalen zijn tussen de vijftien en twintig minuten onderweg. Een wetenschapper ter plekke zou binnen een dag meer wetenschappelijk onderzoek kunnen doen dan de karretjes in de afgelopen drie jaar, stelt Wielders. Bestuurbare robots zijn dus vooral nuttig om de weg voor mensen vrij te maken.

Kan een universele afstandbestuurbare robot voor een nieuwe industriële revolutie zorgen? Ja, zei Wiskunde en Informatica-decaan Kees van Hee van de TUE op de Super Tuesday over het onderwerp. Nee, was de stemming onder de andere sprekers. Een sketch maakte duidelijk dat er in ieder geval flink wat haken en ogen aan zitten.
Een markt waar afstandbesturing de laatste jaren echt gegroeid is, is die van de chirurgische ingrepen. Alhoewel het allerminst aangetoond is of dat voor de patiënt wat oplevert, vertelde Ivo Broeders het publiek. Broeders is chirurg in het Universitair Medisch Centrum in Utrecht en introduceerde in 2000 de Da Vinci-operatierobot in Nederland. Ondertussen klust hij bij als bijzonder hoogleraar in Twente op het gebied van robotchirurgie en adviseert hij de Eindhovense mechatronici. Broeders maakte brandhout van het idee voor operaties op grote afstanden. Volgens voorstanders kunnen artsen daarmee zeer eenvoudig specialisten inzetten voor complexe operaties. Volgens de chirurg komt het echter bijna niet voor dat dit nodig is. En als het voorkomt wil deze specialist juist graag goed kennis maken met de patiënt. Alleen voor de training van chirurgen kunnen operaties op afstand wel een belangrijke rol spelen. Teleoperaties zijn ook duur en de voordelen voor de patiënt onduidelijk.
Volgens Broeders is het vooral de chirurg die profiteert van teleoperaties, zoals met het Da Vinci-platform. De trend is de afgelopen jaren geweest om steeds meer met kijkoperaties te doen. Dat vermindert uitwendige schade en verkort ziekenhuisopname voor de patiënt, maar voor de chirurg is het een ergonomische ramp. Hij moet de instrumenten door kleine gaten scharnieren en kan alleen op een beeldscherm zijn handelingen volgen. Met het Da Vinci-platform kruipt de chirurg gevoelsmatig in de buik van de patiënt.
De universele afstandsbediening van Kees van Hee kon niet op veel bijval rekenen van de andere genodigden, die blijkbaar wel gehinderd waren door kennis van zaken. Mechatronicahoogleraar Maarten Steinbuch stelde dat Van Hee de complexiteit van een dergelijke constructie schromelijk onderschat. ’De mens is duizend keer ingewikkelder dan wat we nu kunnen maken‘, aldus Steinbuch. Bovendien, als je de mechanica en aansturing hebt voor een robot die op mensachtige manier kan bewegen, is het een relatief kleine stap naar eentje die dat autonoom doet. Ook Piet Lammertse van FSC-Moog Robotics waarschuwde voor een te simpele kijk op de zaak. Een algemeen toepasbare robot zou lang zo efficiënt niet zijn als een specifieke. Steinbuch sloeg Van Hee om de oren met een recent krantenartikel over een automatische garnalenpeller, die het eerdere voorstel van de W&I-decaan onderuit haalde. Ook Lammertse denkt dat Van Hee de markt scheef beziet. ’Het komt op mij over dat als de auto nu niet zou bestaan dat je dan zou zeggen: ’Weet je wat? Als we nou vier humanoide robots hebben, die kunnen mijn riksja dragen.‘‘