Your cart is currently empty!
Afgestudeerde technicus en natuurwetenschapper verdient minder dan econoom
De arbeidspositie van afgestudeerden in de techniek en natuurwetenschappen is minder gunstig dan die van alumni in de gezondheidszorg en economie. Dit blijkt uit de nieuwe WO Monitor, het rapport dat de vereniging van universiteiten VSNU in juni openbaar maakte. Het rapport bevat de resultaten van een enquête onder ongeveer twintigduizend alumni die in de studiejaren 2002-2003 en 2003-2004 hun bul kregen.
De cijfers zijn opvallend, gezien het tekort aan hoogopgeleide technici. Zo ligt het bruto uurloon van afgestudeerden in de sectoren natuur (13,6 euro) en techniek (13,9 euro) beneden het gemiddelde (14,5 euro). Het salaris van technici en natuurwetenschappers steekt sterk af tegen dat van afgestudeerden in de gezondheidszorg en economie. Deels komt dit doordat relatief veel mensen binnen natuur en techniek een aanstelling als aio hebben. Maar zelfs als deze aio‘s buiten beschouwing blijven, blijken de gemiddelde lonen aanmerkelijk lager te liggen. Ook hebben afgestudeerden in de sector techniek langer nodig om een baan te vinden. Na het ontvangen van hun diploma zijn zij gemiddeld 2,2 maanden werkloos, terwijl de gemiddelde zoektijd van respondenten 1,8 maanden is. Degenen die een ’traditionele‘ technische wo-opleiding volgden, zoals elektrotechniek en technische natuurkunde, vinden eerder een baan dan afgestudeerden in brede en interdisciplinaire richtingen zoals bio-informatica.
Wel is er minder werkloosheid onder afgestudeerden in de techniek. 4,4 procent van alle respondenten en 2,1 procent van de afgestudeerde technici is werkloos. Het percentage werklozen natuurwetenschappers ligt wel hoger, op 5,5 procent.