Your cart is currently empty!
Aanhaken of achterblijven
Tien jaar geleden klonken dezelfde zorgelijke geluiden over de Nederlandse kenniseconomie, maar opnieuw zitten extra investeringen er niet in – althans niet uit de publieke hoek. Dat staat op gespannen voet met Europese ambities.
’Voor het Nederlandse bedrijfsleven lijken dan ook twee opties voor de toekomst open te liggen. Om aansluiting met de technologisch leidende landen te verkrijgen, zal in de komende tien jaar nog stevig extra in R&D geïnvesteerd dienen te worden. Indien deze extra investeringen niet gerealiseerd worden, ligt een strategie als technologievolger meer voor de hand.‘ Het hadden de woorden van Ser-voorzitter en ‘s lands bekendste innovatiepleitbezorger Alexander Rinnooy Kan kunnen zijn toen hij onlangs bij Buitenhof aanschoof, maar het betreft de afsluiting van de CBS-publicatie ’De kenniseconomie in ontwikkeling‘, uitgebracht in 1999.
Eens kijken, hoe zaten ’we‘ er toen bij in Nederland? De uitgaven van Nederlandse bedrijven en kennisinstituten aan R&D vormden in 1997, het jaar waarover de publicatie handelt, 2,12 procent van het bruto binnenlands product (bbp), waarvan het bedrijfsleven 1,16 procent voor zijn rekening nam en universiteiten en onderzoeksinstituten 0,96 procent. Nederland presteerde met deze cijfers beter dan het Europese gemiddelde (1,83 procent), maar slechter dan het gemiddelde van rijke geïndustrialiseerde landen (Oeso-landen, 2,21 procent).